Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Wij zijn zoo gewend om het als een eersten plicht van een man te beschouwen om "zijn gezin te onderhouden", dat wij een zeer sprekend voorbeeld van omkoopbaarheid en verdorvenheid noodig hebben om onze overtuiging in dezen aan het wankelen te brengen; maar als een sociologische wet wordt ieder stadium van de laagheid om den publieken dienst tot een persoonlijk voordeel te maken, van de degradatie van den artist tot de exploitatie van den hulpeloozen onbekwamen werkman, als een ziekelijke maatschappelijke handeling gekenmerkt.
Ik maakte haar met zoo weinig omslag het hof, dat don Rodriges het zelfs bemerkte. Hij berispte mij daar bitter over en verweet mij de laagheid mijner neigingen, en uit vrees dat het gezicht van het beminde wezen zijne berispingen te niet zouden doen, zette hij mijne prinses buiten de deur. Dat mishaagde mij en ik besloot mij te wreken.
Nu had ik de zwakheid, of noem het de laagheid, de lieden niet uit den droom te helpen: ik verkocht mijn juweelen, of liever die mijner nicht niet op eens, maar langzamerhand, en begon een handel, dien ik meer en meer uitbreidde. Ik was voorspoedig. Het scheen alsof het onrechtvaardig verkregen geld in mijne handen moest gezegend worden; dan innerlijk was ik verre van mijn voorspoed te genieten.
"Maar Pierre.... ik bid, ik smeek je, goede trouwe man!" "Vervloekt! zij zullen 't weten dat ik het een laagheid zou achten. Een verraad! te gehoorzamen aan 's vijands bevel. Laat los! Zoo! Daar waait ze, de vlag!" "Maar Pierre! In 's hemelsnaam denk aan onze kinderen. Denk aan Blanche en Virginie. Mijn God. wie zal ze beschermen tegen de woede dier barbaren, indien....?"
"Een laagheid," riep juffrouw Chuin uit, het honingzoete in haar stem terugbrengende, "ik zal maar doen of ik dat leelijke woord maar niet gehoord heb .... De waarheid is, mijnheer, dat gij een familie van de wanhoop zoudt redden.
Ik weet wel," voegde zij er bij met veranderenden toon, "gij gaat nu naar den Haag om u met uw oom den minister te verzoenen, zooals de generaal u geraden heeft, ik begrijp wel waarom.... Maar doe het niet, doe het niet om mij, Leo! want gij zelf hebt het eens eene laagheid genoemd!"
Zy wierp my tegen, dat, indien ik wel dra in 't geval zyn zoude, om naar Europa te rug te keeren, zy zig voor altoos van my zoude moeten afscheiden, of my volgen in een werelddeel, alwaar de laagheid van haaren staat haar zoo wel, als haaren weldoener, aan groote onaangenaamheden zoude blootstellen.
Evenmin zijt gij 't alleen die weet wat het is slecht te zijn, Ook ik wist, wat het is slecht te zijn, Ook ik verwarde mij in den eeuwigen knoop van tegenstrijdigheid, Leuterde, gevoelde schaamte, berouw, wangunst, ik loog en stal, Was valsch, toornig, geil, had begeerten die ik zelfs niet durfde uitspreken, Was grillig, ijdel, gulzig, bekrompen, sluw, lafhartig, boosaardig, De wolf, de slang, het zwijn leefden in mij, De steelsche blik, het ijdele woord, de overspelige wensch leefde in mij, Weigering, haat, uitstel, laagheid, luiheid, dit alles ontbrak mij niet, Ik was een met de anderen, was een met het leven en de gebeurlijkheid van anderen, Ik werd bij mijn streelnaam toegeroepen door heldere, luide stemmen van jonge mannen als zij mij zagen naderen of voorbijgaan, Voelde hun arm om mijn nek als ik stond, of het achteloos leunen van hun lichaam tegen het mijne als ik zat, Zag velen die ik liefhad in de straten of op de veerbooten of in openbare bijeenkomsten en sprak hun toch met geen woord van die liefde, Leefde hetzelfde leven der anderen, hetzelfde oude, lachende, knagende, slapende leven, Speelde de rol die altijd den speler of de speelster zal blijven nastaren, Altijd dezelfde oude rol, de rol die is wat wij er van maken, zoo groot als wij wenschen, Of zoo klein als wij wenschen, of beiden groot en klein tegelijk.
"Ik weet het, maar je begrijpt toch dat ik me zelf verachten zou indien ik nu aalmoezen van je aannam. Van dat geld kan geen sprake zijn; berg het gerust in je portefeuille. We spreken er nu slechts over, of ik geen laagheid bega met mijn broeder de hand te geven, en mijn vrouw niet compromitteer met haar aan dien broeder voor te stellen." "Maar Philip!"
Wederom hield hij het licht bij het doek en onderzocht het nauwkeurig. De oppervlakte scheen onberoerd. Klaarblijkelijk kwam de laagheid en afschuwelijkheid van binnen uit. Door eene onbegrijpelijke werking van innerlijk leven, werd dat beeld op linnen langzaam weggevreten door de lepra der zonde. Het wegrotten van een lichaam in een vochtig graf was niet zoo afschuwelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek