Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Zij lachten! Allah w' Allah! Zij lachten! stoof hij op. Zij lachten om degenen door wie zij zouden worden overvallen. Ja, over wie anders! Nu, ik geloof dat, als er inderdaad sprake is van echte Skipetaren, het lachen die heeren wel zal vergaan. Dat geloof ik niet. Wat? Gelooft gij dat niet? Meent gij dan dat de Skipetaren kwajongens zijn? Zij mogen zoo sterk zijn als zij willen.

Jij zult het hart niet hebben, om aan mijnheer den baljuw te vertellen wat er met zijne commoditeiten hier gepasseerd is, want hij laat ze anders verbranden; en wat kan zijne kamerjapon of zijne slaapmuts het helpen, dat de menschen zich als kwajongens aanstellen."

Maar hij zag er niet tegen op, met ons mee te doen, al waren wij in dien tijd eigenlijk maar ... ha-ha ha!... kwâjongens ... kleine bengels; en al was hij ambtenaar van het catholieke ministerie. Ja, daar heeft hij veel moed bij getoond. "Ons eerste nummer sloeg er nog al goed in.

Alloh! kwajongens, staat op, zeide de cipier, en antwoordt op hetgeen mijnheer de vrederechter je vragen zal. 't Is goed, 't is goed, sprak de vrederechter, terwijl hij den cipier een wenk gaf om hem alleen te laten; ik zal eerst dien knaap in verhoor nemen daarbij wees hij met zijn vinger naar mij , breng den anderen zoolang weg en bewaar hem goed; ik zal later met hem spreken.

Men zag er een wilden ezel die balkte, terwijl boven hem geheele troepen apen in de boomen dartelden en elkander nazaten als kwajongens. Cyprianus en zijne beide makkers hadden boven op een heuvel halt gemaakt, om dat voor hen zoo nieuwe tooneel op hun gemak te kunnen genieten.

Langzamerhand verminderde echter het aantal jongens, en op het lest waren Marten en ik alleen toen we den klopper op de deur van de woning zijner moeder lieten vallen. Ik kwam daar wel meer in huis en nauw had Marten uitgesproken of zijne Moeder zeî, dat zulke kwâjongens als wij waren maar zien moesten, dat zij hunne eigen bedorven zaken goedmaakten.

Gij hebt gedaan als Rehabeam, gij hebt den raad der ouden versmaad, omdat gij ons gering en als kwajongens acht! Gij luistert naar een hoop poëten en orateurs en juristen, die hunne dingen uit heidensche boeken en wetten halen, maar wij zeggen u: de Heere zegt! Wij hebben de wet en de profeten; pleegt dan met ons raad en volgt onze vermaning.

Die dragen de tent, proviand, gereedschap, wat weet ik al, dat dienen moet voor tochten die soms dagen duren, en dat lijken wel de clowns en de kwâjongens van de bende: zij huppelen en springen, rollen zich met heel hun last in 't zand en brengen de kudde, die zoo ordelijk door 't wijze schaap geleid werd, volkomen in de war.

Met de handen in de zakken liep hij heên en weder, sprak luide met zich zelven en klemde de twee horloges, welke hij in zijn zakken had, vergramd in zijn oude vingers. "Die kwâjongens! dat bescheidt elkander op het plein van het Pantheon! knapen, die nauwelijks de min ontloopen zijn! Zoo men hun in den neus kneep, zou er melk uit komen. En morgen middag delibereeren zij!

"Neen, Flipsen, dat weet je wel beter, maar door dat leven van gisteren tegen de ruiten...." "Wat drommel, wat hebben die kwâjongens met mijne stukkende kousen te maken? Je zeurt leelijk, hoor!" "Zoo?" zei de vrouw, die nu ook boos werd, "en wat hebben dan die kwâjongens met je schrijfwerk te maken, dat je ook niet afhebt? Je hebt immers evenmin kunnen werken als ik?"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek