Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Wanneer zij opstonden was de Kruier al de baan op. Het ontbijt stond klaar in de keuken. Goed geslapen, Mevrouw en Menheer? Heel goed, zei Snepvangers, maar laat ons nu eens condities maken. Ge zijt onze gasten! Als ik niet mag betalen, dan trek ik er uit, dreigde Snepvangers, ik wil op niemands kap leven... Dat zal Menheer niet doen, smeekte de huisvrouw, wat zullen de buren wel denken...
De deur piepte en een magere vrouw met een zwarte muts op het hoofd kwam, gevolgd door den Kruier, binnen. Welkom, Mevrouw en Menheer, spijtig dat wij zoo eng behuisd zijn... Mevrouw zal zich moeten behelpen met wat we aanbieden kunnen ... Maar 't is van harte gegund... de menschen moeten elkaar behelpen in deze benarde tijden, voegde de Kruier er aan toe.
"Is er geen brief voor mij gekomen, nadat wij uitgingen?" zei ze tot den bediende, die de pakjes binnenbracht. Deze antwoordde ontkennend. "Weet je het zeker!" vroeg zij. "Heeft geen knecht of geen kruier een briefje gebracht?" De knecht antwoordde dat dit niet het geval was. "Hoe allervreemdst," zei ze zachtjes op teleurgestelden toon, terwijl zij naar het venster ging.
Toen hadt ge eens getuige moeten zijn van het gebrul en het gedrang, en van den verwoeden aanval op den hulpeloozen kruier!
Maar ook met zijn verdiensten is de Kruier spaarzaam; want hij wil gaarne aan zijn kinderen een burger kapitaaltje nalaten: en dat moet hij met dubbeltjes bijeenkrijgen: hij doet dan ook geene noodelooze uitgaven; maar is zuinig op zijn dagelijksche en onveranderlijke plunje: alleen des Zondags, wanneer zijn bezigheden hem vergunnen, met de zijnen naar de kerk te gaan, toont hij zich, wel niet zwierig, maar toch netjes, ja deftig uitgedost.
Wel natuurlijk, zei Snepvangers, 't is oorlog... en wij Sinjoren zijn ongegeneerde menschen... Mijnheer de kruier, ge zijt 'n reddende engel... Heb ik het niet voorspeld? triomfeerde de Verdierenpikker. Mevrouw zal wel vermoeid zijn, zei de Kruier laat ons maar opstappen... daarbij moet ik mijn vrouw nog verwittigen... En waar zult gij dan slapen? vroeg Madame.
N.B. Zend mij cito een bankje van f 25, maar aan geteekend. Adres den heer J. Komijn, Singel over de Appelenmarkt boven de kruier, 't geld raakt hier veel gauwer op dan in Medemblik; maar dat is minder, 't is Goddank aanwezig. Ik vervolg mijn dagreisboek.
Wanneer zij in de schemering, voor de vijfde maal de trappen van het stationsgebouw bestegen, liepen zij tegen den kruier aan. Kruier, riep de Verdierenpikker. Menheer, zei de man, en tikte eventjes aan zijn pet. Madame en Mijnheer Snepvangers moeten een kamer hebben. Ik weet niks meer! Dat is gauw gezegd, maar ze kunnen toch niet onder den blooten hemel slapen!
"Was dat 't laatste?" riep Hen tot den kruier, die nog an 't zoeken was in den wagen. "Ja, meneer." "Kom nou van 't raam weg, Hen!" "Ja kindje." In zijn hemdsmouwen droeg hij de mand naar achter. Nu kwam de kruier binnen, die het raam weer in orde bracht. Pop was niet eerder gerust vóor het ijzeren gewicht aan het koord hing. "Zoo'n raam er uit, vind ik het verschrikkelijkst van een verhuizerij."
»Marietje, Betsy, Willy, ik ga je allemaal voor het raam zetten, Anton is met den kruier bezig de vlag uit te steken, er is bericht uit Den Haag gekomen; het lieve kind is in het paleis,« zoo spreekt Dora en plaatst haar zestal op stoelen en stoeltjes voor de groote ramen in de voorkamer in haar ouders huis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek