Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


"Dat beteekent, dat de bisschop zich twee keer bedenken moet, eer hij weer bij Gösta Berling op kerkvisitatie komt," antwoordt kapitein Kristiaan, en dien zin heeft hij vooruit bedacht en van buiten geleerd, om niet in de war te komen bij 't uitspreken. "Nu, groet dan Gösta Berling," zegt de bisschop, "en zeg hem, dat bij hem noch ik, noch een ander bisschop ooit meer komen zal."

En die mensch, die haar veertig jaar zoo trouw heeft liefgehad, zal een moordenaar worden. "Moet ik nu ook nog vergeven?" zegt zij. "Heb je niet schuld aan al mijn ongeluk, Kristiaan Bergh? Ga naar de kavaliers terug, en verheug je over je werk." Toen ging de Majoorske. Ze ging rustig heen, maar liet ontzetting achter. Ze viel; maar zelfs in haar vernedering was ze groot.

"Ik zie niets," zei Oom Eberhard. Je hebt slaap; dat is alles!" "Ik zag hem zoo duidelijk tegen den lichten avondhemel. Hij had zijn grooten wolfspels aan en zijn bonten muts op. Nu is hij daar in het donker en ik kan hem niet meer zien. Kijk, nu staat hij daar bij den oven. Hij staat dicht naast Kristiaan Bergh, maar Kristiaan ziet hem zeker niet. Nu sluipt hij voort en gooit iets in 't vuur.

Eindelijk komt een groote schotel prachtig gebraden vogels bij de kleine tafel. Maar kapitein Kristiaan is boos. Heeft hij de kraaien niet levenslang een vurigen haat toegedragen die leelijke schreeuwende schepsels.

Zie, dat heldenstuk staat de sterke kapitein daar aan den predikant te verhalen bij 't open venster in den lichten zomernacht. Want hij heeft zoo juist de paarden naar de herberg teruggebracht, en is toen dadelijk naar de pastorie gegaan, om 't nieuws te vertellen. "Nu kun je dus gerust zijn, beste vriend," zegt hij. Ach kapitein Kristiaan!

Eens dat hij met Kristiaan V, die vrij driftig van aard was, een gesprek had, waarin hij eenige handelingen der Staten-Generaal te verdedigen had, over welke zich de Koning beklaagde, en herhaaldelijk over "Zijn Meesters" sprak, zeide de Koning, die warm geworden was: "Och wat! Uw Meesters zijn schobbejakken."

De Majoorske doet de deur open; maar nu heft kapitein Kristiaan het hoofd en zegt: "Hoe lang moet ik aan je voeten leggen, Margaretha Celsing? Wil je mij niet vergeven, zoodat ik op kan staan en voor je strijden?" De Majoorske strijdt een harden strijd met zichzelf; maar ze ziet, dat, als zij hem vergiffenis schenkt, hij opstaan zal en haar man aanvallen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek