Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


En daaronder lag de wereld zoo schoon en innig van zon en van koleur, zoo vol, zoo volstrekt, machtig en heilig als het einde aller dingen. Pallieter was er van ontroerd en zei vloekend: "Hoe schoen, hoe schoen!" ... en dan ... "O dank mijnheerken God, dat gij mij op aarde hebt geblazen!"

't Was alsof hij een heilige kast opende, zoo stonden zijn oogen nieuwsgierig gespannen. God! wat 'n warme, zoete reuk van eieren, bloem en melk sloeg hem bedwelmend in 't gezicht! En wat een smakelijk, gouden koleur bloemde op uit de schemering van den oven! Hij haalde de brooden er voorzichtigjes uit en lachte hardop om de diepbruine kleur die naar de kanten blond en geel neerdaalde.

Hij liet zich van het paard glijden en zwom naar kant. Het water viel uit zijn broek lijk uit een pomp, hij liep door den hof, maar bleef staan, getroffen door den fijnen reuk en 't schoon koleur der bloemen. Zie die honderden rozen, vuisten dik, opengerold en opengebroken tot sneeuw of wijnenrood en morgendroos en safraangeel verbleekt in melk.

Hij kon het einde van dit koninklijk koleur niet gemeten. Over heel die vlakte was er geen levendige ziel. Toch reed hij verder, en zag bezijds aan een viertal berkeboomen een groot ven te schitteren liggen. Water trekt aan, en hij daarop af!

Ja... want poppekens en poppekens dat vecht niet... mannekens en poppekens vecht ook niet... maar mannekens en mannekens die pikken elkander de koppekens kaal... Maar als de vogels nu eens apart zitten? Dan moet ge ze hooren zingen... als zij zingen zijn het mannekens... daarbij kunt ge het zien aan hun houding en manieren en hun koleur is hooger... Waar zou ik er een kunnen koopen?

Deze was pekzwart van koleur met een blauwe glans erover, droeg gele hoornen en had twee groote lichtgrijze oogen. Zijn naam was Lucifer.

WOUTER. Je moest de deur my voor de neus toesluiten. IZABEL. Nou, Wouter, ’k kon je zo vermomd niet van koleur. Kom, geef. WOUTER. Hoe, sluit je voor een eerlyk man de deur? IZABEL. Ja, geef maar. WOUTER. Bloed! IZABEL. Loop heen... WOUTER. Daar lees ze maar van binnen; Weest op een andre tyd zo haastig niet van zinnen. JERONIMO. Hoe! ’k moet een zot zyn in haar oog, ja toch, en meer. Goed, goed.

De hoven waren paradijzen, waar niets verboden was, en waar al de weelde en de goedertierenheden des levens in rijk koleur en zoeten reuk te pakken hingen, 't Was een zegen!... om te bidden en te loven! O, wat was Pallieter blij in deze dagen! Hij was lijk zot en uitgelaten lijk een jonge merel. En hij riep van uit den perenboom: "Het léve lot zan perels valle!"

De grauwe geleemde wanden waren mild bekleed met het donker groen van geschoten aspergiën, waarin vinnige papieren rozen helderden. De zaal was blauwig van den smoor, die uit pijpen en sigaren steeg. De zon kroop ver de plaats in en verwekte veel koleur. In het midden aan de vroolijke boerentafel zat het jonge paar: Pallieter en Marieke.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek