Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Indien ik U gezien heb, waart gij toch op Uw eigen erf. Nicostratus verwonderde zich steeds meer, zoodat hij zeide: Ik wil ook wel eens zien of die perenboom betooverd is en of hij, die er op is, die wonderen aanschouwt. Toen hij er in geklommen was, begonnnen zij elkaar te liefkoozen en Nicostratus dit gewaar wordend, schreeuwde: Ah, slechte vrouw, wat doet gij daar?
Pyrrhus zeide: Ik geloof, dat gij mij voor gek of begoocheld houdt; ik zag U op Uw vrouw liggen en toen ik omlaag kwam, zag ik U opstaan en gaan zitten zooals nu. Nicostratus sprak: Dan waart gij zeker waanzinnig, want wij hebben, terwijl gij in den perenboom waart, gezeten, zooals gij het nu ziet. Hierop antwoordde Pyrrhus: Waarom zullen wij er over twisten?
De apotheker toont, dat hij het standpunt van zijn gastheer beter vat. VIERDE ZANG: Nadat moeder haar uitgestrekte, kostelijke landerijen doorzocht heeft, treft zij Hermann op een bank onder een perenboom, vanwaar hij een onbelemmerd vergezicht geniet naar de vermoedelijke verblijfplaats van het vreemde meisje.
En gij, Pyrrhus, dien ik het meest vertrouwde? En bij die woorden klom hij uit den perenboom. De donna en Pyrrhus zeiden: Laten wij hier gaan zitten; en toen zij hem er uit zagen komen, gingen zij weer zitten, zooals hij ze verlaten had. Toen Nicostratus beneden was en hen zag, die hij had achter gelaten, begon hij hen te schelden.
Dat Zeus mij behoede; indien ik gezond was als te voren, zou ik in dien boom klimmen om te kijken, wat de wonderlijke dingen zijn, die hij beweert te aanschouwen. Pyrrhus nog steeds in den perenboom ging door met dezelfde praatjes. Toen zeide Nicostratus: Kom er uit. Daarop zei hij tot hem: Wat zegt gij te hebben gezien?
Pyrrhus antwoordde: Nicostratus, nu beken ik werkelijk, dat ik, gelijk ik zooeven zeide, verkeerd heb gezien, toen ik in den perenboom zat, want ik weet nu, dat gij verkeerd hebt gezien.
Alleen de koning moest nog vertelllen, welke, toen hij de donna's zeer treurig zag over den val van den perenboom, die het niet helpen kon, begon: Het is zeer duidelijk, dat elk rechtvaardig koning de eerste dienaar der wetten moet zijn door hem gemaakt en als hij anders handelt, moet men hem beschouwen als een lijfeigene, waardig om gestraft te worden.
Pyrrhus haalde haastig de bijl en hakte den perenboom om; toen de donna dien zag vallen, zeide zij tot Nicostratus: Nu ik den vijand van mijn eer geveld zie, is mijn toorn verdwenen en zij vergaf den smeekenden Nicostratus welwillend en drukte hem op het hart, dat hij niet meer zou verdenken haar, die hem meer dan zichzelf liefhad.
De hoven waren paradijzen, waar niets verboden was, en waar al de weelde en de goedertierenheden des levens in rijk koleur en zoeten reuk te pakken hingen, 't Was een zegen!... om te bidden en te loven! O, wat was Pallieter blij in deze dagen! Hij was lijk zot en uitgelaten lijk een jonge merel. En hij riep van uit den perenboom: "Het léve lot zan perels valle!"
Hier had hij een vredig plaatsje onder een stokouden perenboom, waar hij 's zomersavonds nadenkend zat te snuiven. Maar ook hier, ver van de stad en de geheele wereld, achter den hoogen kerkhofmuur ook hier lieten de onrustige gedachten hem niet met vrede.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek