Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Ik ken zijn bellen wel," jammerde de oude Ulrika. 't Geluid kwam steeds nader. Nu en dan klonk 't zoo onnatuurlijk sterk, dat Anna omkeek om te zien of 't paard van Sintram de kop ook in haar slee stak, dan weer stierf het weg. 't Is of alleen de bellen hen vervolgen. 't Is als wanneer men 's nachts van een feest naar huis rijdt.
Vochtige wolken legerden zich als vaste sneeuwmassa's in de kloof, de duizeligheid zat daar en loerde op haar machtelooze prooi, en beneden in de kloof klonk het, alsof er een rotsblok naar beneden stortte, dat alles verbrijzelde en met zich meesleepte, wat het in zijn val wilde ophouden.
"Ik zou het zóó prettig vinden, als ik hier een Duitsche vriendin had!" "Mij spijt het ook. Wij zouden zeker veel aan elkaar kunnen hebben." "Stellig. Nu, goede reis naar Duitschland terug. Deutschland über alles!" Zij wuifde met haar handschoen en: "Auf Wiedersehn!" klonk het hartelijk.
Oude herinneringen drongen met geweld in hem boven. Hij vloog op het diertje toe: 'Wacht! wacht! arm konijntje, ik zal u helpen. En haastig trachtte hij de koordjes los te knoopen, die de teere pootjes striemden. Doch zijn beide handen werden tegelijk vastgegrepen en een scherpe lach klonk aan zijn oor. 'Wat beduidt dat, Johannes? Ben je nog zóó kinderachtig?
Hij wou met haar een zijweg in, tusschen de heggen. "Tot afscheid" vroeg hij deemoedig. Maar zij sprong vlak voor hem weg. Toen sloeg hij bei zijn armen om haar heen, en wilde haar terug dringen met geweld. "Ik wil een zoen van je." "Hulp" gilde zij in haar schrik. "Wat is er gaande?", klonk een mannestem dicht bij hen uit den nacht. "Laat me los" steunde Anna voort.
Hij zette zich onder het breede venster. Zijn zwarte baard somberde weg in de zwaarte van zijn zwarte frak, maar bleek blonk zijn hoog voorhoofd. Hij zat heel recht, vroeg zacht: Hee-wel! ouwe jongen, gaat ge u wat opknappen? Zijne handen rustten wit op zijne knieën. Zijne stem klonk als een zoete troost. Ernest zuchtte eens, keek langzaam op, knikte.
Bob drukte vooral sterk op de laatste lettergreep. »Je houdt me voor den gek, Robert,» zei hij. »Zeg jij maar gerust Bob, hoor!» klonk het terug. »Maar weet jij geen mooi spelletje?» »Ik niet; wij spelen nooit.» »Zoo, zeg jongens, ik weet wat. Wacht maar even, dan zal ik je eens laten zien, wat ik vanmorgen in eene oude kist op den zolder gevonden heb. 't Is wat prachtigs!»
"Cubicula locanda;" het klonk zoo koud; of de vorige bewoner ruzie met de juffrouw heeft gehad, of gepromoveerd is of gesjeesd, of om geldverlies z'n studie heeft moeten staken, of zelf 'n einde aan alles maakte "cubicula locanda"; het bleef 't zelfde.
Zij waren zoo gelukkig hem te vinden, juist toen de bel werd geluid voor den morgendienst, wat hun aangenaam in de ooren klonk. Dadelijk maakte Attalus zich aan hem bekend, en de goede man gaf hun brood en wijn, om zich te verkwikken. Zij hadden in langen tijd niets gegeten. Bovendien wees hij hun eene schuilplaats aan, waar zij zich verbergen konden.
Dat wenschte men elkaar van weerskanten toe, en daarop klonk men met de glazen, zoodat het een geducht gerinkel gaf, en voor de stadspoort hield de diligence met de vreemde gasten, de twaalf reizigers, stil. En wie waren deze vreemdelingen? Ieder had zijn reispas en zijn bagage bij zich; ja, zij brachten zelfs geschenken mee voor mij en voor u en voor alle menschen, die er in het stadje woonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek