Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
William J. Bidulph was daar »in persoon", altijd ter beschikking van het publiek. Hij was een vijftiger, netjes in 't zwart, gekleede jas, witte das, volle baard zonder knevels, een echt Amerikaansch voorkomen. »Met wien heb ik de eer te spreken!" vroeg William J. Bidulph. »Ik ben Kin-Fo van Shang-Haï."
En dat zeggende, naderde Kin-Fo de tafel, nam een blad papier en schreef met zijne gewone vaste hand, de volgende regels: »Ik heb mij zelf gedood, wijl ik het leven moede was en er van walgde. Kin-Fo." En hij stelde Wang dit papier ter hand. De philosoof las het eerst zachtjes; daarna las hij het met luider stem.
»Ik ben het zelf mijn vriend," antwoordde de philosoof. »En zijt gij nu geneigd aan uw ouden leermeester te vergeven dat zijn laatste les in de philosophie misschien wat buitengewoon en wat hard was?" »Wat zegt ge?" antwoordde Kin-Fo. »Hebt gij, gij Wang, de hand in dit alles gehad?" »Dat heb ik!" luidde het antwoord.
Deze pullen stonden ter beschikking van de voorbijgangers, eene edelmoedigheid, die Kin-Fo eer aandeed. Ook was hij zeer gezien, zooals men zeide, bij »zijne buren uit het Oosten en het Westen." Nauwelijks had de meester zich vertoond of al de huisvrienden snelden naar de poort om hem te ontvangen.
»'t Kan me niet schelen!" antwoordde Kin-Fo. »Neem u maar voorzorgen." »En waar gaat u heen?" »Den weg die voor mij ligt." »En waar houdt u op?" »Nergens." »Wanneer komt u terug?" »Nooit!" »En als ik wat van Wang hoor?" »Loop naar den duivel met Wang! Uil die ik was, dat ik hem ook dien dwazen brief gaf!" Eigenlijk brandde Kin-Fo van begeerte om den wijsgeer terug te vinden.
Hun besluit was terstond genomen. Kin-Fo moest, voordat de tweede nachtwake begon, de jonk verlaten, en zij beiden zouden hem vergezellen. Maar hoe zouden zij ontsnappen? Zich meester maken van de eenige boot die de jonk aan boord had? Onmogelijk. Dat was een zware sloep, en al de handen aan boord zouden noodig zijn om haar in zee te brengen.
Kin-Fo kon zich twintig maal op een dag boos maken op Soun en zoo hij hem slechts tien maal strafte, dan was het eene overwinning behaald op zijne gewone lichtgeraaktheid. Men ziet, die Soun was een hygieenische bediende.
Dit was de aandacht van Kin-Fo niet ontgaan, die overigens vast besloten was om niet te aarzelen en geen stap terug te gaan. Maar groot was zijne verbazing, toen op het oogenblik dat hij zou opstijgen, de gids op hem toetrad en hem in het oor fluisterde: »Vertrouw die beide menschen niet!"
»Neen! levend!" riep Kin-Fo uit... »Ik wil niet dat Wang een oogenblik door mijn schuld gevaar loopt!" »Craig en Fry, voegde William J. Bidulph er bij, »je staat gedurende zevenenzeventig dagen voor onzen cliënt in. Tot 30 Juni a. s. vertegenwoordigt mijnheer voor ons een waarde van tweemaal honderdduizend dollars." Daarop namen de cliënt en de hoofdagent van de Eeuw afscheid van elkander.
Het zou dan ook niemand geraden zijn, hem te willen overtuigen, dat hij zich bedroog. Een Zoon des Hemels bedriegt zich nooit. Was Kin-Fo misschien van oordeel dat eene Europeesche regeeringsvorm boven den Chineeschen te verkiezen is? Men zou bijna geneigd zijn het te gelooven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek