Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Kin-Fo deelde op dit punt geheel de meening van de jonge vrouw en in hun beider hart was het beeld van den philosoof met onuitwischbare trekken gemaald.

Soun zelf, ofschoon half dood van angst, durfde geen aanmerking maken. Toen het maal afgeloopen en het inmiddels negen uur geworden was, stond de gids op en maakte men zich gereed den tocht voort te zetten. Kin-Fo wilde op zijn kameel klimmen, toen Craig en Fry hem aanspraken. »Blijft mijnheer nog altijd bij zijn plan om Lao-Shen op te zoeken en zich in zijn tegenwoordigheid te wagen?"

De stad was nog niet in rust. Van alle kanten kon men nog geschreeuw, gejoel of gezang hooren. Kin-Fo luisterde. Hij wilde gaarne weten welke de laatste woorden zouden zijn die het hem vergund was te hooren.

»Hij zal morgen terugkeeren! En ik, waar zal ik morgen zijn?" dacht Kin-Fo, het hoofd schuddende. De jonge Tankadere hernam: »Hij is ver van ons gegaan naar het land der Mantsjoerijnen tot de muren van ons China! Ach, wat heeft mijn hart dikwijls gesidderd als de stormwind loeide en hij den storm trotseerende voorwaarts ging." Kin-Fo luisterde, maar zeide niets.

Konden de geheel onverwachte en onverklaarbare woorden van den gids opwegen tegen de twee maanden van toewijding die de agenten aan zijn dienst hadden gewijd? Stellig niet! En toch vroeg Kin-Fo zichzelf te vergeefs af waarom Craig en Fry hem zoo sterk hadden aangeraden om zijn bezoek bij den Taï-ping tot den volgenden dag uit te stellen of liever er geheel van af te zien.

Zij verlieten hun cliënt nacht noch dag, aten aan zijn tafel, sliepen in zijn kamer, wilden hem overhalen om een ijzeren maliënkolder te dragen ten einde beschermd te zijn voor een dolkstoot en alleen versche eieren te eten om niet vergiftigd te worden. Kin-Fo het moet gezegd worden, liet hen praten.

Toen was langzamerhand bij Kin-Fo het denkbeeld gerijpt om eene afwisseling in zijne tot nog toe gevolgde levenswijze te brengen door een huwelijk aan te gaan met de schoone weduwe en Lé-ou was niet onverschillig voor het voorstel dat haar gedaan werd.

»Spreekt men in deze streek niet van een zekeren Lao-Shen?" vroeg Kin-Fo verder. »Lao-Shen, den Taï-ping?" »Ja." »Zeker," antwoordde de gids, »maar gij hebt niets van hem te vreezen aan deze zijde van den Grooten Muur. Hij durft zich niet op Keizerlijk grondgebied te wagen. Aan gindsche zijde zwerft zijn bende de Mongoolsche provinciën rond." »Weet men waar hij op dit oogenblik is?" vroeg Kin-Fo.

Het liep Kin-Fo niet mede; de eene ramp volgde op de andere en hij had wel gelegenheid om de lessen van zijnen ouden leermeester, den philosoof Wang, in praktijk te brengen. Hij bleef alleen met Craig en Fry in het hotel van het »Hemelsch Geluk", welke naam hem nu bijkans als een bespotting in de ooren klonk.

Kin-Fo ging naar bed; maar den volgenden dag stond hij weder op, zoo levend als een gezond mensch slechts zijn kan. Zooveel ontroeringen voor niets! 't Werd vervelend. Er waren toch reeds tien dagen om, van de twee maanden tijd die hij Wang gelaten had. »'t Is een talmer," sprak Kin-Fo, »ik had hem niet zooveel tijd moeten geven."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek