United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want de aarde houdt nooit op vruchtbaar te zijn, en de wolken vergeten niet voor regen te zorgen, noch de zon voor de warmte die noodig is. De mensch is niet geschapen dan om te leven onder den blauwen hemel. Daar heeft God hem gesteld als in zijn levenselement. En met de ronde kimmen der wereld, spant God zelf zijne armen om de menschheid uit...."

Een dezer eilanden, Miakesima genaamd, onderscheidt zich boven de anderen door een hoogen en breeden bergtop, met eeuwige sneeuw gekroond. Statig rijst de zon boven de kimmen, en in haar doorzichtigen morgennevel gehuld, vertoont zij ons het beeld van den purperen bol, die, op een wit veld, op het wapenschild van Japan prijkt.

Alle kinderen hadden een plaats gevonden. »Klaarvroeg meester. »Ja! Vooruit dan maarMeteen wipte hij op een wagen en daar ging het heen. 't Was een prachtige rit in den stillen avond. De zon naderde de kimmen en bescheen alles met een rood licht. Zelfs de weiden leken niet groen meer. Het rosse licht flikkerde in de ruiten van de huizen langs den weg. 't Was eenig mooi.

De zon is tans boven de kimmen gerezen, en nauweliks hebben z'n eerste stralen de witte wagenkappen en tenten verguld, of het geluid van stemmen doet zich overal in het lager horen. Een rookzuil stijgt op uit een kookscherm, langs een der grootste tenten, dicht bij de lagerpoort, en weldra ziet men overal in het lager rookwolkjes oprijzen.

Daartegenover kan dit gesteld worden: boven die levensomstandigheden uit, boven die maatschappelijke omstandigheden uit, rijst de algemeene menschelijkheid van de menschen die op de kimmen wonen, die boven de andere menschen uitreiken, die de groote menschelijkheid vertegenwoordigen, die classiek van gevoel zijn.

"Dat is heel lief!" zei mijn goedhartige tante, halfluid. "Als, na een duistren nacht van stormwind en van regen, Een nacht, wen menigeen, vergeefs ter rust gezegen, Naar 't woelig gieren hoort, daar 't kind doorheen slaapt; als, Na zulk een nacht, het rood des uchtends, dat de kimmen Van liefelijken waas en zachten gloed doet glimmen, En blijde zangen wekt bij 't vooglenkoor des dals;"

Zij reden her en der, zij reden harentare, terug naar de verschillende oude Koningen, wier baroenen zij waren; over weg en heide, over vlakte en vallei scheerden zij zich weg op hunne ijlende paarden en de drie gezellen van Tafel-Ronde zagen hen rondom aan de kimmen verdwijnen.... Toen zeide Lancelot: "Wellieve Gawein, wij hebben u verlost en gij zijt gewapend. Wat denkt gij?

Elk ander plekjen biedt een overvloed Van nieuwe en heerlijker tooneelen aan. De blik verdwaalt van 't eene vergezicht In 't andere, en de blauwe kimmen vliên Al verder weg, als smolten zij tot licht. Hebt gij dit heerlijk oord reeds meer gezien, Of zijt gij hier voor d'allereersten keer?

De »hondenwacht« had wel wat gemompeld van eene donkere plek, die heel wat anders leek dan eene wolk, maar wat beduidde dat? Zij zagen dezelfde donkere plek ook, doch het kon niets anders zijn dan een nevel aan de kimmen, of eene laaghangende wolk, waaruit de verbeelding van Admiraal, Kapiteins en Volk, zoo dikwijls reeds land getooverd had!

Zo is dit lied gevaren uit mijn ziel mijn ziel was de warme, ronkende haven, luw nest voor de tochten en de tijen als een galjoot geschoten in zee, als een ranke galjoot ten dans gevoerd, dans van de baren en de kimmen, dans van het land waarin de baaien zich hebben vastgebeten.