Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Het bericht van des konings veldtocht in Kerlingaland had hun eenig vertrouwen teruggeschonken.
Aan zulke macht, door de stormtuigen van Gent geholpen, kan Brugge geene twee dagen weerstand bieden, ten minste zoo beweren zij het met eenen grooten schijn van reden." "Maar gij vergeet het Kerlenleger", bemerkte Disdir Vos. "En indien men den landstorm in Kerlingaland uitroept, zullen wij dan niet insgelijks een even ontzaglijk leger in het veld brengen?" De bode trok de schouders op.
Morgen zal er een leger ridders, met hunne wapenlieden tweeduizend sterk, allen Isegrims, uit Atrecht vertrekken, om de Kerels tot het eerbiedigen van het edict over den balfaart te komen dwingen. Zij zullen onmiddellijk door talrijke benden wapenlieden te voet worden opgevolgd; met hoe weinig spoed deze ridders ook reizen, zullen zij in Kerlingaland verschijnen voordat ons leger vergaderd zij."
Integendeel, zij lachen er mede als met een verloren waagspel zonder gewicht, en zij spreken zonder vrees en drukken pochende de vaste overtuiging uit dat, eer eene week verloopen zij, niet alleen Brugge in hunne macht zal zijn, maar tevens geheel Kerlingaland voor altijd onder het juk der dienstbaarheid zal gebukt liggen." "Ijdele bedreigingen van verwaande lieden!" mompelde Disdir.
Hij overwoog het zonderling gedrag van zijnen oom Bertulf en voorzag dat uit den verborgen haat, dien hij en Willem Van Loo elkander toedroegen, nog ongelukkige verwikkelingen voor de Erembalds en misschien voor Kerlingaland konden ontstaan. Dien dag was Disdir Vos op den burg gekomen en had lang met den proost over de beslissingen van den Hoop gesproken.
"Denk toch niet, mher Sneloghe", zeide hij, "dat ik juich over den ellendigen dood van graaf Karel; maar, al weende ik nu ook in mijn binnenste over het bloedig voorval, wat zou het er aan helpen? Is onze plicht niet ons te wapenen tegen onze vijanden, die op de stad Brugge en op Kerlingaland het verlies van den graaf zullen willen wreken?
Eerst overlaadde men hem met vermaledijdingen en riep men onophoudelijk, zoo luid en zoo woedend, dat het over de velden hergalmde: "Ter dood, ter dood, de laffe moordenaar! Versmoort hem in het slijk, den verrader van Kerlingaland!" Bij de poort der stad rukte de razende menigte den proost van den wagen en dwong hem te voet te gaan. Dan begon men hem met modder en met steenen te werpen ..."
Men beticht mij de zaak van Kerlingaland te hebben verdorven? Het is belachelijk! Neen, wie onze vijand heeft vermoord, wie ons machteloos ten prooi der Isegrims heeft geleverd, is niemand dan de proost Bertulf zelf ..." "O, mijn God, dat gaat te verre! Zijnen armen oom, zijn slachtoffer hoonen tot in het graf!" galmde Robrecht, de verkrampte vuist tot Burchard vooruitstekende.
Ik zou u dwingen tot een gevecht om leven en dood; en, wees zeker, ik zou haar het hoofd verpletten, de vuige slang die ons arm Kerlingaland bezoedelt met haar venijn. God zelf roep ik hier tot getuige, dat gij een verachtelijk booswicht zijt; want eerst hebt gij uw vorst verraden, en nu verraadt gij uw eigen geslacht en uw vaderland!"
"Kom, mijn vriend, bedaar toch; gij dwaalt", zeide hij. "Er is geen ander middel meer om Kerlingaland voor eeuwige slavernij te behoeden. Karel van Denemarken is de valschte mensch der wereld, hij verdient honderdmaal den dood. Wees beter beraden; aanvaard de dwingende noodzakelijkheid."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek