United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat was nu een klein gedeelte hunner ontzaglijke rijkdommen, wanneer men, door het op te offeren, misschien de schier hopelooze zaak van Kerlingaland nog kon redden?" De proost kwam eindelijk met hem overeen, dat hij het voorstel zijnen broeder en zijnen neven zou mededeelen, en, stemden zij toe, dan zouden de Kerels langs den kant der Markt eene banier uit St-Donaastoren steken.

"Ach, nog eene zwakke hoop!" kreet Robrecht, "misschien zullen onze vijanden niet onverbiddelijk zijn en ons de voorwaarden toestaan die mijn oom Hacket hun vroeger heeft uitgedrukt. Wat voordeel brengt het toch Kerlingaland toe, dat wij nog eenige dagen op dezen toren blijven? Sterven, indien dit lot ons door God is voorbeschikt, sterven moeten wij allen.

Op tijd en plaats, in eenen open en eerlijken oorlog, zal ik toonen dat ik niet weiger mijn leven voor het heil van Kerlingaland te wagen. Nu blijf ik op den burg." Disdir Vos scheen verdrietig over het mislukken zijner poging.

Ik heb reeds jaren lang oorlog gevoerd tegen Karel van Denemarken, en hem bijna overwonnen, alhoewel ik mij slechts door een gering gedeelte der Kerels geholpen zag. Nu gaat gansch Kerlingaland opstaan tot het verdedigen zijner vrijheid. Sterk door zulke eendracht, wat zouden wij vreezen? Wij zijn onverwinnelijk!" "Ja, ja, onverwinnelijk!

"Wees zeker, oom, uw lankmoedigheid zal het ongeluk van Kerlingaland zijn!" "Bedwing uwe jonge drift, mijn neef", sprak Bertulf op strengen toon. "Met zulke overijling verderft men de beste zaak. Hebt gij dan geen vertrouwen meer in mijne oude ondervinding?" "Zeker, oom; maar, met uw oorlof, mij dunkt, dat krachtdadigheid en moed, in dringende omstandigheden, meer zijn dan wijsheid."

"Inderdaad", bevestigde de proost, "hij heeft wel eenigen tegenstand geboden; maar gij weet het, onder ons is er geen die met meer edelmoed dan mijn neef Robrecht zich bereid toont tot zelfopoffering, zoohaast hij iets kan doen ten goede van ons geslacht en van Kerlingaland.

"Inderdaad, lieve; maar ik smeek u, aanvaard het, uit medelijden met mijne smart! Indien ik u gered mocht weten, ik stierve met een gevoel van geluk, en ik zegende dan den dood als eene weldaad. Laat mij doen: ik zal den koning onze overgaaf op zijne genade voorstellen, indien hij zijn vorstelijk woord wil verpanden dat men u in volle vrijheid naar Kerlingaland zal laten vertrekken."

Wat ik u kom vragen, Robrecht, is of gij bereid zijt, op mijn verzoek en ten dienste van Kerlingaland, alles te wagen, zelfs uw leven." "De vraag is kwetsend!" morde de jongeling. "Hij heeft gelijk", zeide Disdir Vos. "Gaf mher Sneloghe ooit iemand recht om aan zijne onversaagdheid te twijfelen? In deze zaak is eer en roem te behalen. Hoe zou hij kunnen weigeren?"

Wel verre van Brugge zoo gemakkelijk te krijgen, zult gij wonderen van dapperheid moeten doen, om niet zelf overrompeld te worden en onder de overmacht te bezwijken." "Morgen loopt gansch Kerlingaland te wapen?" mompelde de veldheer bekommerd. "Zijt gij daar zeker van?" "Het is zoo sedert lang besloten, heer", antwoordde Disdir.

"Maar, heer, duid het mij niet ten kwade, indien ik u de waarheid onder de oogen leg, Morgen loopt gansch Kerlingaland te wapen en treedt Willem Van Loo, dien de Kerels tot graaf van Vlaanderen hebben verkozen, met een ontzaglijk leger in het veld.