United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie had hem de zonderlinge gedachte ingeblazen haar tusschen de ijzeren wanden van een mechanischen olifant te verbergen? »Mijne vrienden," vergenoegde Banks zich zeer ernstig te antwoorden, »kent ge den rajah van Bouthan?" »Ik ken hem," antwoordde kapitein Hod, »of liever, ik kende hem, want hij is nu sedert drie maanden overleden."

»Gij kent er de grootte niet van." »Vreest gij voor mijn leven?" »Neen!" »Laat mij hooren, wat gij ducht." »Die Egyptische priester te Saïs, onder wiens voorlichting ik de sterren gadesloeg, heeft uw horoscoop met mij getrokken. Hij was de bekwaamste in de wetenschap der sterren, dien ik ooit ontmoette.

"Wat wil je nog?" vroeg zij op barschen toon den teruggekeerden Michaël, die haar het briefje toehield, "ach ja, hij heeft het niet meer in handen gekregen," herinnerde zij zich. "Rijd met dit briefje naar de villa van gravin Wronsky; je kent het huis toch? en wacht op antwoord." "Wat zal ik er echter doen?" dacht zij. "Ja, ik rijd naar Dolly, dat is waar. Anders word ik krankzinnig.

Daer lough het gierigh* wijf, En vont in dit verhael een aerdigh tijt-verdrijf.* Dit maeckt de jonge maeght vermaert in alle steden, 325 Mits* sy de vrijsters kent tot in haer diepste leden, En 't bracht aen 't gansche rot geen kleyne baten in; Want daer Constançe quam daer wasset al gewin.

Pater Pouget, die hen sedert lang kent en met ongeloofelijke moeite eenigen hunner op den zendingspost van Ayer Salak, nabij Malakka, weet te houden, gaf mij van deze ongelukkige wilden eene volkomen juiste beschrijving. Hunne taal is, volgens hem, niet anders dan een maleisch dialekt, met eenige siameesche woorden vermengd.

Maar wat beteekent het u te zien, voor hem die u kent? Neen, gij verheft u niet op ijdele schoonheid, maar schittert door innerlijke waarde. Gij stelt de hoop niet te leur van hem, die verlangend zijnen mond ontsluit!

De Mubarek niet, maar de kreupele. Hij werd binnengeroepen om wat eten in ontvangst te nemen. Ik had mijn sierraden op de tafel liggen en bergde die in een kastje weg. Dat heeft hij gezien. En toen ik een paar dagen later er naar keek, was de armband verdwenen. Nu, nu kent gij den dief! Ja hij is het! Hij had hem! Het is bewezen. O schavuit, die gij zijt! Ik zal u de oogen uitkrabben. Ik zal

Dezelfde gelaatstype, dezelfde neigingen, hetzelfde karakter. Evenals de Jood, is de Sarthe schraapzuchtig en tuk op winst; als de Jood, houdt hij van schacheren en kleinhandel; als de Jood, kent hij, waar het zijn belang geldt, geen gemoeds- of gewetensbezwaren; als de Jood eindelijk, is hij kruipend en lafhartig.

Met het oog op de kosten geschiedt de vangst meer met netten en strikken dan met het geweer. Men kent de legerplaats van de Hoenderen en plaatst strikken tusschen de berkenstruiken, waarheen zij zich moeten begeven om hun voedsel te zoeken.

Een troubadour die naar Italië heeft moeten vluchten, gaat naar Genua en voelt zich weldadig verkwikt door elk windje dat van uit zijn land naar hem toe waait; onvermoeid blijft hij de mensen uitvragen en laat zijn oor strelen door elk woord van lof: »zulk een heerlik land kent niemand als dat tussen Rhône ligt en Vence, tussen de zee en Durance, niemand heeft zulk een heerlik leven als daar.