Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Vrouw Juttner wisselt af en toe een blik van verstandhouding met den pandjesbaas en trekt zwijgend Kobus' buisje terecht of strijkt hem het haar uit de oogen. Geruimen tijd hebben zij zitten wachten, als eindelijk Keesje, de jongste bediende, binnentreedt en kortaf zegt: "U kunt binnenkomen."

"In Gods naam dan, daar heb je vier gulden op een maand, met terugkoop voor vier-gulden-vijftig; 'k zal even het briefje schrijven." Terwijl hij aan het lessenaartje het bewijs van recht tot wederinkoop schrijft, vraagt de oude man: "Hoe heet je?" "Weduwe Juttner, Goudsbloemdwarsstraat, boven 't water- en vuurhuis." "Zoo, ben je weduwe?" "Al zeven jaar. Maak toch voort." "Is dat je eenigst kind?"

"Nou, hoe denk je er over, ouwe heer: de helft of een derde? Gauw antwoord! "En als ik niet wil, blijf jij er nuchter van." "Och kom, denk je? Dan zal de procureur Verhagen er nog wel een aardigheidje voor overhebben om..." "Hou je mond, vrouw Juttner," riep Strijkman verschrikt uit; "'t is goed, om de helft dan..." "'k Dacht wel, dat je toe zoudt happen, ouwe zondaar!"

Strijkmans winkel is gesloten, vrouw Juttner is prompt om tien uren gekomen, en zuchtend heeft de oude man aan zijn kwelgeest twaalf gulden uitbetaald. Als zij vertrokken is, neemt hij een boekje en noteert er in: "f

Tegen deze kalme woorden is Strijkman niet bestand; woedend verlaat hij de kamer en strompelt naar beneden, de deur uit, en naar zijn woning. In zijne woning teruggekomen, geeft Strijkman zijn gemoed lucht door met zijn magere knoken op de tafel te slaan en alle mogelijke soorten van verwenschingen tegen vrouw Juttner uit te braken.

Zijn gelaat wordt valer dan ooit, als hij stotterend vraagt: "M.m.mijn ijzeren k.k.kist?" "Dacht je, dat ik niet wist, waar je den aap in bewaarde? Och, m'n lieve Strijkkie! vrouw Juttner heeft zulke goeie oogen en ze kan zoo zachtjes loopen. Dacht jij, dat ik verleden 's avonds niets gezien had? , , !" Strijkman heeft zich hersteld en zegt ruw: "Je zeurt."

Nou weet je, dat ze op je vigileeren," herhaalde vrouw Juttner, aan wie de angstige uitdrukking van Strijkmans gelaat en het beven van zijn handen niet ontgaan was. "Ze kunnen me niets maken, niets, niemendal!" "Dat moet je nou niet zoo zeggen, vaderlief; je zult wel wat op je boekje hebben, en als zij een hond willen slaan, kunnen ze wel een stok vinden.

Zijn wezenlooze trekken schenen daardoor nog slapper en onaangenamer; 't weinige rosachtige haar kleefde vochtig aan zijn voorhoofd en slapen, en de rimpelige hals was nog meer in de schouders gezonken dan anders. Met het licht in de hand stond vrouw Juttner voor het armoedige bed; zij fronste de wenkbrauwen en haar mond vertrok zich minachtend;

"Och ja!" antwoordt temend vrouw Juttner, die met onderling goedvinden en tot meerdere veiligheid van haar persoon, den naam van Blommers heeft aangenomen, "ik heb zoo gaandeweg alles bijgebrokkeld wat ik kon en voor dien jongen gedaan, wat menschen-mogelijk was. Dorus, kind! schei nou uit met rozijnen eten; je zult misselijk worden," en luider roept zij: "Hou nou op met eten, Dorus!"

In de spreekkamer bij den procureur Verhagen zit de oude Philip Strijkman in zijn zondagsche jas met een groote ouderwetsche groene parapluie tusschen de knieën, op welker knop zijn hoed hangt, te wachten; tegenover hem zit vrouw Juttner en naast haar de ongelukkige, gebochelde Kobus.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek