Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Strijkman beet zich op de lippen en vertrok. Toen hij weer op straat stond, mompelde hij: "Ze is waarachtig nog goochemer dan ik; maar wacht maar, als ik de duiten eerst heb, dan..." Toen vrouw Juttner alleen was, bleef ze nog een oogenblik in de vlam der kaars staren en overdacht al wat zij gezegd en gehoord had.
Een confrontatie van Strijkman met Dorus was het eenige middel om tot den gewenschten uitslag te komen, en derhalve had de procureur aan dokter Abels voorgesteld op den bepaalden Donderdag ten zijnen kantore de komst van den pandjeshuishouder en zijn medeplichtigen aan het bedrog vrouw Juttner en haar zoon, af te wachten.
Alles, wat hij van dokter Abels vernomen had, kwam overeen met hetgeen Strijkman hem had verteld, tot op één punt na, namelijk de verdwijning van den knaap en zijn opneming door vrouw Juttner. Er was voor den procureur weinig scherpzinnigheid toe noodig om te begrijpen, dat hij met een paar oplichters te doen had, en 't kostte geringe moeite om te doorzien, welken weg het tweetal op wilde.
"Makko." "Zoo!" Vrouw Juttner en Strijkman herademen op dat woord. "Dorus Makko?" Zijne moeder vragend aanziende, zegt de aangesprokene op doffen toon: "Nou niets zeggen, hé?" "Ga jij maar weer zitten; ik begrijp genoeg. Hoor eens, baas Strijkman, ik zal maar niet langer omwegen maken; jij bent een oude schurk, en zij is je medeplichtige.
Bovendien, ik heb hem immers van klein kind af gekend, en hij mij ook ook; ik was temet de eenige, dien hij nog na zijn ziekte herkende. Is 't niet zoo, beste jongen?" Strijkman spreekt luid en gejaagd. "Ja, oome,.... Dorus heet ik, Kobus en Dorus!" Vrouw Juttner krijgt het benauwd, en Strijkman wischt zich tersluiks een paar kille druppels van de slapen.
"'t Gaat niet zoo gemakkelijk, als je dacht, hé, Strijkkie?" hoont vrouw Juttner, terwijl zij er bijvoegt: "Je kunt me wel eens weer een paar rijksdaaldertjes geven, hoor! 'k Moet huur betalen." "Alweer geld? Je hebt pas gehad...." "Pas! Noem jij dat pas? Al veertien dagen geleden.." "Acht dagen!" "Dat lieg je; 't is veertien dagen!"
Kobus heet hij, doof is hij, Dorus-Kobus, Kobus-Dorus, 't heeft allemachtig veel van mekaar, hij zal evengoed op den roep "Dorus!" luisteren. Hè, hè, hè! oude Philip, dat is een buitenkansje. Met de papieren van den "krates" maken we van Kobus Juttner Dorus Makko... Hè, hè, hè, hè! Dan worden we voogd en dan krijgen we geld, hè, hè, hè, hè!"
Een oude kist, een gebroken tafel en een paar manke stoelen maakten met eenig ander huisraad op den bezoeker den indruk, dat verval, slordigheid en verwaarloozing hier woonden. Vrouw Juttner zat, bij een eindje kaars, het buisje van haar zoon Kobus te verstellen, toen de pandjesbaas binnentrad.
Of wilt ge soms liever, dat wij er den officier van justitie in mengen?" Vrouw Juttner zit op heete kolen en is op 't punt om iets te zeggen. "Weet u wel, dat er eenige artikelen in ons strafwetboek zijn, gericht tegen poging tot bedrog en oplichting, tegen 't wederrechtelijk zich meester maken van eens anders naam of goed?"
Strijkman en vrouw Juttner wisselen een veelbeteekenenden blik, als zij binnentreden. Keesje geeft hun stoelen. "Neemt u zoolang plaats, asjeblieft; ik zal mijnheer dadelijk waarschuwen, dat u er is."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek