Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Toen sprak de baljuw tot de aanwezige heeren en edellieden: Herkent gij den beklaagde voor messire Joost Damman, zoon van den schepene van de keure van Gent? Ja, zeiden zij. Kendet gij, sprak hij, messire Hilbert, zoon van Willem Rijnvisch, schildknaap?
Waarom laat gij heur drinken en slapen? Zij is eene vrouw, en daarbij zwak en uitzinnig, antwoordde de baljuw. Heure uitzinnigheid is geveinsd, zeide Joost Damman, zij is eene tooveres. Ik wil drinken, ik wil slapen! En hij sloot de oogen, maar de beulsknechten sloegen hem in het gezicht.
Nog dien zelfden avond kwam Joost Van Meerle, ondanks het streng verbod van zijn medicus en de pijn, die hij door de ongewone beweging te verduren had, in persoon naar het sterfhuis, om een oog in 't zeil te houden, en er te blijven totdat zijn vader zou zijn gekomen of procuratie zou hebben overgemaakt.
De minuutwijzer der fraaie pendule had weder een cirkel beschreven, toen Willem nog even akelig daar zat, en de kamerdeur werd geopend. 't Was Joost Van Meerle, die binnentrad. Zijn voorkomen, wel verre van een onaangenamen indruk te maken, had iets flinks, we zouden haast zeggen: iets edels.
Niet vreemder dan dat een donkere schaduw het aardrijk grauwt wanneer een zwarte wolk den zonneglans verduistert. Willem vraagde niet naar den voogd, en verscheidene weken verliepen er eer Joost Van Meerle, wiens toestand, vooral na de amputatie van zijn rechterbeen, niet zonder zorg te wekken geweest was, een briefje van den volgenden inhoud aan zijn pupil deed toekomen: "Willem!
Joost Van den Vondel kent gij evenzeer als den schrijver van Gijsbrecht, welk stuk alle jaren vertoond wordt. In 't voorbijgaan gezegd, hij was niet de schrijver van Kloris en Roosje, uit welk kluchtspel men sedert eenige jaren al de oorspronkelijke liedjes, die geestig en naïef waren, heeft gebannen, om ze in watermelkdeuntjes te veranderen: en dat zonder iemand te waarschuwen.
Nog drie jaar arbeidde Joost bij doktor Faustus. Er was niet d
's Anderen daags kwamen de vrienden van Michielken, die verwittigd waren, bijeen bij Joost Lansaem in de Blauwe Gans, alwaar zij, als naar gewoonte en om hunne inzichten te verbergen, pinten op pinten dronken. Bij de slaapklok gingen zij henen en begaven zich, langs verschillende wegen, naar de Evergemsche baan. Zij waren zeventien in getal.
Zoo liet hij zeer in der minne zijn zoon doen wat hij wilde, tot hij zelf die reis naar Engeland in orde gemaakt had. 't Aanbod van de betrekking aan de Engelsche fabriek kwam ook door hem, en nu had hij het in zoo verre gewonnen, dat de zoon een practisch scheikundige geworden was en niet een arme dorpsdokter, Joost weet waar, ergens op de rotsen.
Neemt de rechter de vrouwen in hechtenis, dadelijk vertrekken wij zonder dat zij ons kennen of kunnen verraden. Help mij, mijne getrouwe. De fortuin lacht de jongelieden toe, zeide Zijne Heilige Majesteit Keizer Karel zaliger, dewelke een meester was in zaken van liefde en van oorlog". En de griffier hield op met lezen en sprak: Zoo luidt de brief en hij is geteekend: "Joost Damman, schildknaap".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek