Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Banning Kok nam het Rembrandt misschien kwalijk, dat die hem een gelaatskleur had gegeven van nogal in 't oog loopende roodheid. Voor de ware schoonheid zal hij mogelijk net zoo weinig hebben gevoeld als de dichter Joost van den Vondel. Deze, een tijdgenoot van Rembrandt, wonende als hij in Amsterdam, heeft allerlei beroemde personen in gedichten bezongen, maar nooit den grootsten onzer schilders.
Die vrouw is door wreede uitzinnigheid getroffen, zei een van de schepenen. Men moet ze van de pijnbank verwijderen. Zij is niet uitzinniger dan ik; zei Joost Damman, 't is gehuichel en gemaakt spel. En met dreigende stemme, sprak hij tot Katelijne: Ik zal u zien branden in 't vuur, u, die zoo goed de uitzinnige speelt. En grijnzend, lachte hij om zijn boosaardige leugen.
Ze stak alleen haar studeerlamp aan, en ging met Joost op haar schoot op de canapé zitten, waar het bijna donker was. Het hinderde haar niet, dat z'n handjes vuil en warm waren, en dat er 'n burgerluchtje van bleekpoeder en slechte zeep aan z'n goed en z'n gezichtje was.
Dat verzoek heb ik met gretigheid aangenomen. Aan alle Nederlanders, maar inzonderheid aan Neêrlands Katholieken moet, om genoegzaam bekende redenen, de grootste onzer Dichters, de reinste glorie van ons vaderland, de katholieke Joost van den Vondel bekend en dierbaar zijn.
Op bevel van de vierschaar, werd den cipier geheeten hun elk twee bewakers te geven, die hen moesten slaan, telkens dat zij zouden willen slapen; maar de twee bewakers van Katelijne lieten heur den nacht slapende doorbrengen, en die van Joost Damman sloegen hem wreedelijk telkens dat hij de oogen look of enkellijk het hoofd vooroverboog.
Wij noemen nog den bekenden Sebastiaan de Lange, een zoon van Veere, die in 1572 in den strijd tegen de Spanjaarden op de Zeeuwsche stroomen aan den grond raakte, door den vijand aan boord geklampt en geënterd werd, doch zich niet wilde overgeven en liever dan dat de lont in het kruit stak, een voorbeeld, later door meer dan één Nederlander gevolgd; wij wijzen op Ewoud Pieters Worst en Boudewijn Ewoutz., op Jan en Joost de Moor, Pieter Adr.
En toch, als het er op aankwam om mis te schieten, welnu, bij Joost! dat kon ik ook. Wat de andere jagers betreft, ik heb hunne namen vergeten; maar als ik mij niet vergis, dan werd een hunner met den naam van Baccari aangeduid; »omdat hij steeds schoot zonder ooit iets neer te leggen." Waarlijk, wie weet of ik dien bijnaam ook niet zou gaan verdienen! Komaan dan!
Heer Joost overleed reeds in 1539, terwijl zijne kinderen Johan en Filippa nog minderjarig waren, weshalven Vrouwe Anna ten hunnen behoeve het Burchtgraafschap bestuurde. De Stichtsche zaken waren thands onder het waereldsch beheer allengs op een geregelder voet gekomen, zoodat men de vroeger gemaakte pandschulden kon beginnen af te lossen.
En als zij 's avonds, onder 't zingen van vuile liedekens, van den Valk terugkeerden, werden ze gevolgd door twee beulsknechten, dronken als zij, en van top tot teen gewapend om hen te vergezelschappen. Uilenspiegel ging in de Blauwe Gans, bij Joost Lansaem, die achter zijnen toog stond.
Zoo hadden de Regenten van het Aalmoeseniershuis te Amsterdam, in de laatste jaren der 17de eeu wel eens de aardigheid om vondelingen doopen te laten met den naam Joost of Joostje, al naar gelang dat het kind een jongen was of een meiske. Zy deden dit in toespeling op den naam van onzen grooten dichter Joost Van den Vondel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek