Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
De beide laatste, door mij in den tekst gecursiveerde woorden vormen daarneven van die beeldende trekjes, zooals er meerdere in dit hoofdstuk voorkomen, die ons onmiddellijk Geertje in heel haar luchtige en vroolijke jonkheid voor oogen brengen. Groo'vas voorhoofd was gefronst, dat zag ze zoo als ze binnenkwam. Waar blijf je nou toch? zei Groo'moe. Op haar gezicht was enkel droefheid.
Hij stond daar, en een paar tranen welden hem op in de oogen, toen hij aan de schoone beelden dacht die hem uit de jonkheid voor den geest kwamen. Ja, veel herinnerde zich Frans uit die snel en reeds lang vervlogen dagen; en, van alles wat hij zich te binnen kon brengen, stonden de eigenaar van "Land-heil" en diens lieve zoon, zijn zoogbroeder Willem, hem het duidelijkst voor den geest.
Hoe gaat ge, beste mevrouw?... Wel! men kan het niet eens zien op uw wezen, dat ge ooit ziek geweest zijt?... Dag, Goedele, dag, beste heer.... 't Is wel koud buiten, hoor! Dan zet ik het op een drafken langs de straten ... en de menschen kijken me na.... Ik loop geerne in 't koude weer.... Ja ... ja ... de jonkheid, lachte Albien.
Gezegend zij uw naam in der eeuwigheid!" Daar zag ik eensklaps in de wolken wierook, die bij het altaar opstegen ... ja, Sanderken, wanneer ik droom, dan zie ik met klare oogen als in mijne jonkheid ... ik zag eenen hevigen glans en te midden daarin eenen engel met lange vleugelen. Hij kwam met eenen hemelschen glimlach op den mond tot mij; ik beefde van ontzag en hoop.
Waratje, Mijn schatje, 't Bleek dwaas overleg. Zij blikte, Zij schrikte, Het paartje was weg! Wat riep zij! Wat liep zij! Half spijt en half vrees, En luisterde niet, schoon de jonkheid haar prees. Toch staarde, Toch waarde Getrouw haar op zij De rapste, De knapste Der dartele rij, Noch jonker, Noch pronker, Maar geestige guit Haar aan, om haar heen, en borst eindelijk uit: "Mooi Grietjen!
Ik heb onzen Antoine nog nooit zoo gezien, fluisterde Madame Craen. En Marieken dan... dat is de jonkheid, zuchtte Madame Snepvangers. Waar is onze tijd gebleven! treurde de loodgieter. Och, wij zijn ook nog kleppers, blufte Snepvangers, en klopte zijn zich verwerende vrouw op de knie. Ook ditmaal liet de opwinding een beetje haarpijn achter, en Madame streek suf over de platte blessen.
De frissche herinnering aan dit gelukkig tijdvak mijns levens heeft mij twintig jaren later nog doen uitroepen: "Wat moet in de jonkheid onze ziel toch beminnend en machtig zijn, dat zij alles, wat haar omringt, in zich zelve opsluit en met eene onvergankelijke liefdewolk omhult.
Rhodopis zweeg een oogenblik, en vervolgde toen: "Wien zulk eene opvoeding niet ten deel valt; wie buitendien van zijne jonkheid aan zijne ruwheid vrij den teugel kan vieren, hoe en jegens wien hij wil; wie nooit iets anders dan vleierijen, nooit eene gepaste vermaning hoort; wie mag bevelen, alvorens te hebben leeren gehoorzamen; wie eindelijk opgevoed wordt volgens het beginsel, dat uitwendige glans, macht en rijkdom de hoogste, meest wenschelijke goederen zijn, hij kan nooit tot die waarachtige, edele mannelijkheid opklimmen, welke wij van de goden voor onze jongens afsmeeken.
Negen jaren na zijn openlijken overgang tot het Roomsch geloof, getuigde de warme Katholiek van zich zelven: Mijn jonkheid bond door erref-leer Zich aan één Secte en geene meer, Tot dat me, door een klaarder blijk Van 't Wereldlijk en Kerkelijk, Ontdekt wierd, in een schooner dag, De Perle, die verborgen lag, Waarvoor men' al met winst verliest. Gelukkig die het beste kiest!
Ik keek zo bang en zo zuur als Tante; zuchte, zat leeg en lui met de hand onder myn hoofd, dat dof en zwaar werdt en ongekapt bleef. Met één woord ik vervreemde zodanig van de jonkheid en de natuur, dat Tante my voor een geheel omgekeert meisje begon aan te zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek