United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


De jongeman zag zich alleen in 't midden van de zaal; de heer des huizes was verdwenen en hij vond niemand die hem aan de jonge dames kon voorstellen. Velen daarvan keken belangstellend naar hem.

Het paard werd nu voor zeer hoogen prijs aan den koning verkocht en de oude man keerde met het geld terug. Den volgenden morgen heerschte er groote beweging en ontsteltenis in de koninklijke stallen, want het mooie paard was gedurende den nacht verdwenen. En op hetzelfde oogenblik, dat het paard zich uit de voeten had gemaakt, keerde de jongeman in de hut zijner ouders terug.

"Ik heb de eer u Don Crisóstomo Ibarra voor te stellen, de zoon van mijn overleden vriend!" ging Capitán Tiago voort. "Deze heer is pas uit Europa aangekomen en ik ben hem gaan afhalen." Bij 't klinken van dezen naam hoorde men eenige uitroepen; de luitenant vergat den heer des huizes te begroeten. Hij trad op den jongeman toe en nam hem van 't hoofd tot de voeten op.

Gelukkig voor den jongeman bood een goede buurman hem gastvrijheid aan en ook zijn vrouw en haar oude verzorgster; hij woonde langen tijd in de buurt, en poogde telkens, geholpen door zijn moeder en vele vrienden zijn vader te bewegen hem vergiffenis te schenken. De tweede reis.

Don Annibal zei, dat ze maar zeggen moest wat zij wilde hebben; ze kon jaarlijks een derde gedeelte van zijn pensioen krijgen. De jongeman merkte echter op: "We hebben te doen met een nog al wantrouwig persoontje. Zij zal er de voorkeur aangeven, wanneer ge haar, in contant geld een som in eens geeft, twee derden van uw pensioen." "Maar, voor den duivel! Ik ben geen groot-thesaurier!"

Na het ontbijt gaf de prinses aan haar gast een prachtige reisdeken en zei: "Breng deze deken aan uw vader en indien hij nog wat anders verlangt, hebt ge slechts terug te keeren." De jongeman dankte zijn schoone gastvrouw en nam met een diepe buiging afscheid van haar. Toen hij thuiskwam, vond hij zijn beide broeders daar reeds; zij lieten hun vader de dekens zien, die zij hadden meegebracht.

Eenige dagen later reden zij naar het dorp van den jongeman en toen zij voor zijn woning stil hielden, hoorden zij veel vreugde en muziek, waaruit zij opmaakten, dat de beide broers hun huwelijksfeest vierden. De jongere broer klopte aan de poort en toen de vader kwam, herkende hij zijn zoon niet in den rijk uitgedosten prins, die voor hem stond.

"Kom, mijnheer Ibarra!" riep Capitán Basilio, die wat heel vroolijk begon te worden, "we zijn nu al vijftien jaar aan 't procedeeren, en er is geen rechter van de audiencia die de zaak uitmaakt: laten we 's zien, of we 't schaakbord kunnen laten beslissen." "Onmiddellijk en met heel veel genoegen!" antwoordde de jongeman. "Een oogenblik, want de alférez wil afscheid nemen."

Maar toen de jongeman een aantal menschen roepende en schreeuwende achter zich hoorde, reed hij snel achter een dikken struik, waar hij even den halster en den ijzeren ketting schudde. In een ommezien waren het paard, de hazewind en de haas verdwenen en hij zat weer op den grond onder de boomen, gekleed in zijn oude, versleten kleeren.

De koning was van plan de schoone prinses te trouwen en zoodra hij haar zag, naderde hij haar met complimenten en vleierijen. Maar de prinses wilde niet naar zijn honigzoete woorden luisteren; zij wendde zich af en vroeg: "waar is de jongeman, die mij geschaakt heeft en die zooveel deed om mij hier te brengen?"