Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
"Meneer is petekind van een familielid van Padre Dámaso, partikulier sekretaris van alle ministers..." De jongeman groette hoffelijk; Capitán Tiago kuste hem bijna de hand. De talrijke koffertjes en valiezen werden naar boven gebracht en Capitán Tiago geleidde zijn gasten naar hun logeerkamers.
Daarna veranderde de vos in een jongeman, die aan den verbaasden koning en de prinses verklaarde, dat hij gekomen was om de hand van de prinses te vragen en dat hij de wereld rond was getrokken, tot hij iemand gevonden had, die hem het beroep, dat niemand kent, had geleerd. Toen de koning en zijn dochter dit hoorden, verklaarden zij zich bereid de belofte te houden, die zij gegeven hadden.
De prins werd onmiddellijk doodelijk verliefd op zijn bezoekster en het mooie meisje was volstrekt niet onwillig om te blijven en met den jongeman te praten. Zoo verstreken een paar uren. Ten laatste zei het meisje, dat zij niet langer mocht blijven. Zij dankte de prins voor de appels, die haar zusters hadden geplukt; maar hij vroeg, of zij hem er althans een wilde geven om mee naar huis te nemen.
Bij de ontmoeting stond de jongeman even stil en nam hem van hoofd tot voeten op. Fray Salvi ontweek zijn blik en deed afgetrokken. De aarzeling duurde slechts een seconde; Ibarra trad snel op hem toe, hield hem staande door een krachtigen handdruk op zijn schouder en vroeg bijna onverstaanbaar: "Wat heb je met mijn vader gedaan?"
De koning riep den jongeman weer bij zich en beval hem een wijngaard te planten en over zeven dagen den nieuwen wijn van den eersten oogst te brengen.
Dit verbaasde zelfs zijn broeders en de jongeman vervolgde: "Intusschen was ons vuur uitgedoofd en ging ik brandstof zoeken. Door de woestijn dwalende ontmoette ik negen reuzen......" en zoo ging hij voort hen zijn verwonderlijke daden te vertellen. Toen het verhaal geëindigd was, haastte de herbergier zich naar den tsaar, aan wien hij alles vertelde.
Zij verbeeldde zich dus, dat ze bij zulk een onervaren jongeman zich niet bepalen kon tot de taal der oogen en bij het eerste onderhoud, dat ik met haar had, begon ze van haar gevoelens te spreken.
De jongeman vroeg aan elken slaaf, vanwaar hij kwam; hij gaf aan allen de vrijheid terug en zei, dat ieder naar zijn eigen land mocht terugkeeren. Onder de slaven was een oude vrouw, die een zeer mooi meisje aan den arm hield. Toen hij vroeg, vanwaar zij kwamen, antwoordde de oude vrouw schreiende: "Wij komen van een veraf gelegen land.
Niet weinig verheugde zich daar tante Isabel over: zij hield van den jongeman, en zag met leede oogen de huwelijksplannen van Linares met haar nichtje aan. Capitán Tiago was niet thuis. "Kom binnen," zeide de tante in haar krom Spaansch. "Maria, Don Crisóstomo is weer in Gods genade: de aartsbisschop heeft hem 'geëxcomulgeerd." Doch de jongeman kon niet naar haar toe komen.
Ik heb een brief voor hem," riep de jongeman uit, "en als 't niet was door dit gelukkige toeval, dat me hier brengt, zou ik opzettelijk gekomen zijn, om hem op te zoeken." Het "gelukkige toeval" was intusschen wakker geworden. "De Espadaña," zei Doña Victorina, haar ontbijt beëindigend, "zullen we 's naar Clarita gaan kijken?" En tot Capitán Tiago: "Voor u alleen, Don Santiago, voor u alleen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek