United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de jongeman afsteeg en als gewoonlijk zijn paard aan een boom vastbond, legde de vos zich dicht bij het paard neer om het gezelschap te houden. Nu kwam er, terwijl de jager diep het bosch in was om naar wild te zoeken, een hongerige beer naar de plaats, waar het paard was vastgebonden en ziende hoe heerlijk vet het was, rende hij er heen om het te dooden.

Voordat de zon onder was zette Ibarra den voet in Elias' bangka, aan den oever van 't meer. De jongeman scheen ontstemd. "Vergeeft u me, meneer," zeide Elias met zekere droefheid, toen hij hem gewaar werd. "Vergeeft u me, dat ik me veroorloofd heb u hier te laten komen: ik wilde u in volle vrijheid spreken, en hier zullen we geen getuigen hebben. "Binnen een uur kunnen we terug zijn."

Reeds spoedig maakten wij kennis met hem, want hij kwam ons twee dagen later op het kasteel bezoeken. Als buurman kwam hij ons gelukwenschen met onze terugkomst en ons welkom heeten. De jongeman maakte op mij een zeer gunstigen indruk. Hij sprak nog niet van zijn liefde, maar gaf wel den wensch te kennen, dat wij, als goede buren, elkaar dikwijls zouden zien.

Ibarra trok langzaam de hand terug die hij hem toegestoken had, keek hem vol verwondering aan, wendde zich om en bevond zich zoo tegenover de strenge figuur van den luitenant, die voortging met hem gade te slaan. "Jongmensch, bent u de zoon van Don Rafael Ibarra?" De jongeman boog. Fray Dámaso richtte zich in zijn stoel op en keek den luitenant recht in de oogen.

"Meneer Ibarra, als 't u belieft, houdt u ze tegen, onderwijl dat ik cuadrillero's ga halen!" "Wat kan ik nu doen?" vroeg de jongeman in verlegenheid. Maar de teniente mayor was al weg. Ibarra keek op zijn beurt om zich heen, zoekende naar iemand, hij wist niet wie. Gelukkig meende hij Elias te bespeuren. Ibarra liep op hem toe, greep hem bij den arm en zeide in 't Spaansch: "Om Gods wil!

Toen smeekten de goede verzorgster en het schoone meisje den jongeman, daar zij den weg naar hun eigen land niet kenden en ook de middelen om terug te keeren niet bezaten, haar met zich mee te nemen. En hiertoe was hij bereid; ja, hij was dadelijk verliefd geworden op de prinses, en nu trouwde hij het arme meisje, dat geen tehuis had, en keerde met haar en de oude vrouw naar huis terug.

Aan den hals waren een paar vreemdsoortige sporen te zien: vier diepe indeukingen aan een kant en een aan den tegenovergestelde, ofschoon iets grooter; ze zoo ziende, zou men zeggen dat een stalen hand hem als een tang had vastgegrepen. De geestelijken wenschten den jongeman hartelijk geluk en drukten hem de hand.

Zijne Excellentie sloeg inderdaad den jongeman met blijkbare voldoening gade. "Meneer...u bent wel goed!" "Uw verwondering is niet vleiend, 't is alsof u zegt dat u geen goede ontvangst van me verwachtte: dat is twijfelen aan mijn rechtvaardigheid!"

Toen Marko zag, dat Sharatz uitgeput was en onmogelijk het paard van Velimir bij kon houden, herinnerde hij zich zijn knots, welke hij zoo handig slingerde, dat het zware handvat juist met voldoende kracht den jongeman trof om hem ter aarde te werpen. Onmiddellijk was Marko naast hem en bond Velimir stevig, waarop hij zich op het zachte groene gras wierp en weer zijn wijn ging drinken.

Wat mij betreft, ik heb mij niet laten afschrikken door al die moeilijkheden. Ook heb ik lang de scheikunde bestudeerd en de kunst om van andere metalen goud te maken. Maar ik onderstel, dat ik spreek tot een jongeman, wien dat alles slechts droombeelden toeschijnen. Een bewijs van mijn kennis zal uw oordeel gunstiger daarover stemmen."