Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
De baron was spraakzamer; verhaalde meer van zijn vroegere omstandigheden; deed een beroep op het gevoelen der dames of zijne positie niet treurig moest genoemd worden; bood der familie de vrije wandeling op Rozen-Hove aan; wilde zeer gaarne van het aanbod gebruik maken om Emile en Louis met de kindermeid den volgenden dag op Water-zicht te doen doorbrengen, en, hoewel somwijlen een Latijnsch of Grieksch werk hem voor den geest kwam en alzoo den geregelden loop zijner woorden belemmerde, zoo won hij toch al meer in de schatting van Brolet, terwijl ook na zijn vertrek de dames getuigden, dat hij waarlijk zoo stijf niet was, waarbij Jeannette nog voegde: "En niets van den trots die adellijke stedelingen, zoowel hier als in Frankrijk, zoo belachelijk maakt."
Het schip had veel van het ijs te lijden, en alleen de bekwaamheid en de moed van den hoofdmachinist G. W. Melville behoedde schip en bemanning dien eersten winter voor ondergang. Na een tweede overwintering werd de Jeannette op 12 Juni 1881 door het ijs ingedrukt, waardoor de bemanning onbeschut achterbleef op de ijsschotsen midden in de IJszee.
"Matrozen van de Jeannette, een driemastschip, waarop ik eerste stuurman was," antwoordde de man. "Veertien dagen geleden... hebben wij dien bodem verlaten... toen hij op het punt was... in de diepte weg te zinken!... Wij hebben geen water en geen levensmiddelen meer!..." De vier overige schipbreukelingen hadden zich ook langzamerhand opgericht. Zij zagen er bleek, haveloos en uitgeput uit.
De edelvrouw, bij welke Jeannette woonde, had van haar man een eenigen zoon, dien deze en zij ten zeerste lief hadden, zoowel omdat het een jongen was als omdat hij het door zijn deugd en zijn hoedanigheden verdiende, daar hij meer dan een ander welopgevoed was, waardig, dapper en schoon van gestalte.
Zie, de "klucht!" heeft ons dermate beziggehouden dat wij het binnentreden der verloofden niet bemerkten, en nóg zouden we 't hoofd niet van den armen man hebben afgewend, zoo we niet ter zijde een zacht gepraat hadden vernomen. "Maar wie is die ongelukkige man toch?" vraagt Jeannette aan hem, wiens gade ze hoopt te worden, terwijl een mengeling van deernis en afschuw op haar gelaat is te lezen.
Jeannette beet zich zóó sterk op de lippen, dat ze er de tranen van in de oogen kreeg; en mevrouw, die het ook wat te grof werd, sprak kortaf: "Komaan, nu de scha wat ingehaald! Leentje zal in de keuken zijn. Als 't boven klaar is, begin dan 't eerst met den koepel." "Zeer wel," sprak de werkvrouw, en vertrok.
"O ja," antwoordde mevrouw Brolet, en voegde er, op Jeannette wijzende, bij: "Daar zit mijn éénige." "Ei, zoo, is dat al een meisje van u?" hernam de vrouw, gedurig met haar hoofd schuddende: "Och heere neen, de mijne is lang zooveel mans niet; maar Grietje is ook pas met St. Jan in haar twintigste jaar gegaan, en licht dat de jongejuffrouw een kruisje meer heeft."
Kom maar eens kijken, of ik er niet zijn zal. Zeg, André, slaap je van nacht in de "Jeune Jeannette?" Want André, in den zomer, slaapt in zijn boot, op de kâ getrokken, onder zwoel wellustige sterrenachten.
Nog dienzelfden avond had Jeannette van den puissant rijken baron een declaratie ontvangen, hoofdzakelijk in deze woorden: "Mejuffrouw Brolet! ik biede u mijne kinderen, mijnen naam en mijne fortuin aan." En, nog dienzelfden avond riep Brolet, toen hij zich met zijn gade alleen bevond, dat de buitenlucht een peststof bevatte, die hun het kind der liefde dreigde te ontrooven!
Toen Jacquet Lamiens zoo heette de echtgenoot van Jeannette hem daar eens zag, arm en oud, kreeg hij medelijden en beval aan een van zijn bedienden, dat hij hem in zijn huis voerde en dat hij hem uit barmhartigheid te eten gaf, wat de knecht gaarne deed. Jeannette had reeds van Jacquet verscheidene zoons gekregen, waarvan de oudste niet ouder dan acht jaar was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek