Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Dit won hem den tocht naar de Korte-krulledwarsstraat uit, want op last van de "jonge mevrouw" kwam de meid hem achterna roepen dat dit de britschka van m'nheer Kopperlith was, en die koetsier de Jakob aan wien hy 'n boodschap had. Hy stelde zich met aandoenlyke bescheidenheid voor, als de "nieuwe jongste-bediende" van 't kantoor, en zei wat-i te zeggen had.
Jakob Mispels, nu van zijnen schrik verlost, had grooten lust om te dansen en te zingen; hij liep met zwaaiende armen door de zaal en stapte zelfs geruchtmakend tot verre in de duisternis, als wilde hij Nox uitdagen en bespotten; maar het beest sliep ongetwijfeld, want het roerde zich niet. "Blijft stil, kinderen," zeide de pastoor.
Deze brave menschen ontvingen met liefde den boetvaardigen zondaar en vol hoop en vertrouwen, voegden zij zich bij de legerscharen, die langs den Rijn en den Donau, over Konstantinopel en door Syrië, Jerusalem wenschten te bereiken. Thans begon voor Jakob en zijne nieuwe vrienden een leven van opoffering en ontbering.
»'t Is treurig met Amsterdam gesteld," was Reinier's weinig bemoedigend antwoord. »Het hoofdbestuur heeft de stad verlaten, we zijn op 't oogenblik volslagen regeeringloos!" »Ja," zei Jakob, »een bandeloos gemeen, dat van kwaad tot erger dreigt te gaan, speelt feitelijk de baas; ieder uur kunnen bovendien de Franschen terug komen; het ziet er voor ons arme Amsterdam dus bedenkelijk uit!"
"Ja, mijnheer, neem het mij niet kwalijk; maar mijn dom verstand zegt mij, dat het niets zou zijn te weten, wanneer men zal sterven, indien men maar wist, waar men naartoe zal gaan." "Inderdaad, Jakob, het ware ten minste eene groote voldoening; maar er zijn geheimen, welke God zelfs voor de zielen en de geesten houdt verborgen.
Toen ze in de torenkamer trad, was haar eerste werk, den God van Jakob te danken voor de bescherming, welke Hij haar verleend had, en om die bij voortduring voor haar en haar vader af te smeeken. Een andere naam sloop in haar gebed; het was die van den gewonden Christen, dien het lot in de handen van bloeddorstige menschen, zijne doodvijanden, geleverd had.
En toen ik smeekte om hulp, niet voor mijzelf, wie bespotte mij toen en ging lachend heen?... En altijd weer eindigden die overleggingen met de bede: Ten dage dat ik hem ontmoet, o God van Jakob, help mij dan! Help mij een gepaste wraak te vinden! En nu was de ontmoeting nabij!
"Vermits mijnheer Willem met Theresia De Wit moet trouwen, wensch ik hem geluk, dat het lot hem eene fraaie en bekoorlijke bruid heeft bestemd." "Ik bedank u, goede Peternelle," zeide de jongeling met eenen glimlach. "Uw wensch is evenwel ijdel; want ik zal niet trouwen." "Bravo, dan zal de duivel bedrogen zijn!" juichte Jakob.
's Avonds, bij het bivakvuur, was dan ook zijn eerste werk, zijn voetlappen los te maken, want de pijn was in 't laatst ondragelijk geworden. Hij bevond zijn teenen in een ellendigen staat; de wond in zijn been bleek echter van weinig beteekenis. Jakob nam nu het hemd, dat hij nog schoon in zijn ransel had, scheurde het aan strooken en verbond daar Willems voeten mee.
»Alsof er arbeid te verwachten is van werklui die uitgeput zijn van honger en van de langdurige marschen!" zei Jakob. »De dag is voor de meesten nog niet toereikend om de noodige levensmiddelen te vinden en ze gereed te maken." »En dan," zei Ros, »de smidswagens zijn achter gelaten of vernield en alle materiaal ontbreekt voor zoo'n omvangrijk werk. D
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek