Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Monsieur Aristide Maugrebleu was een klein dik ventje van tusschen de vijfenveertig en vijftig jaren, maar ijdel en fatterig zonder voorbeeld. Wetende, dat ik met een zwarte kool aangeteekend stond, was hij steeds onaangenaam tegen mij.

Daarom taterde ze aldoor, haar eigen vergetende en alles om haar vullende met ijdel gebabbel. Ursule knikte stillekens of fluisterde: Ja ... zekerlijk ... ik peinze aldus.... Bella was erdoor opgehitst en sprong mateloos van 't eene nietig voorval naar 't andere.

Om den terugweg te vinden, hadden we een sneeuwhoogte gemaakt op de plek van ieder kamp in de hoop, dat we op den terugweg erdoor zouden worden geholpen, om in het goede spoor te blijven. Die hoop bleek niet ijdel, want op 31 Januari vonden we den eersten van die sneeuwheuvels. Er was toen weer een nieuwe moeilijkheid bij gekomen.

Dit werd met gretigheid toegestaan: en de ouders, nu geheel van inzicht veranderd, zagen reeds in 't vooruitzicht hun zoon, gelijk een tweeden Rubbens, met goud en ridderkruisen behangen, tot hen terugkeeren. Dan helaas! hoe ijdel was deze hoop!

In Motiers voelde hij zich spoedig geheel eigen, al hield hij in 't algemeen niet van 't slag menschen, hij vond ze vol pretenties en ijdel, van een overdreven, gemaakte vormelijkheid die hem verveelde en ergerde. Maar hij maakte toch verscheiden vrienden en vriendinnen, jonge meisjes en jonge vrouwtjes uit de buurt, aan wie hij zijn kantjes beloofden als zij zelf hun eerste kind zoogden.

De dame was verstandig en inplaats van een scène te maken, die noodlottige gevolgen zou hebben gehad, onderhield zij haar neef met zachtheid over het onbehoorlijke van zijn gedrag en sprak daarbij zoo ernstig, dat hij wel overtuigd moest worden, dat zijn hoop ijdel was.

HERMIA. O hel! te kiezen met eens anders oog! LYSANDER. Of, was ook ziel met ziel aaneengesmeed, Dan heeft haar ziekte, krijg of dood belaagd, Voorbijgaand, vluchtig als een klank doen zijn, Kort als een droombeeld, ijdel als een schim, Snel als het weerlicht in koolzwarte nacht, Dat plotsling aarde en hemel openbaart, Maar, eer een mensch nog zeggen kan: "het licht!"

Zij die buiten de mate, door hun persoonlijkheid gesteld, naar aardsche goederen haken, zullen deze ten slotte verachten en "alles" ijdel vinden, wat zondig is: Immers Geest en materie, ziel en lichaam, gedachte en uitgebreidheid, zijn noodzakelijke dubbel-verschijningen van het Universum, die gelijke rechten hebben, en te zamen als stedehouders van God zijn te beschouwen.

Door nadenken geraakten wij in een andere stemming. Wij waren niet vergeten; men had alles tot onze redding in het werk gesteld; onze hoop zou dus niet ijdel zijn; maar zou het uitpompen spoedig genoeg voortgaan? dit maakte ons angstig. Bij het lijden van den geest voegden zich thans de kwellingen van het lichaam.

O, hoe menigmaal bleek deze geliefkoosde droom ijdel geweest te zijn: vrouw Barberin, mevrouw Milligan, Vitalis, de een na de ander waren mij ontvallen. Ik zou niet langer alleen op de wereld zijn. Mijn toestand was vreeselijk: ik had een man zien sterven, met wien ik jaren achtereen geleefd had en die voor mij altijd een vader was geweest.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek