Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


Onder dat voorwendsel legde hij, met toestemming van den keizer, ten eigen bate beslag op alles wat de weduwe bezat. Daar bleef het niet bij. Opdat geen herroeping van het vonnis mogelijk zou zijn, verwijderde hij alle belanghebbenden. Sedert dien vreeselijken dag is de familie Hur spoorloos verdwenen. De zoon, dien ik als kind gezien had, werd naar de galeien verwezen.

Hij vertelde ons van zijn wonderbaren voorspoed in den handel, van zijne vloot en karavanen, weinig vermoedende, dat een zijner hoorders persoonlijk het grootste belang stelde in hetgeen hij mededeelde. Hij zeide ook dat Simonides een Jood was, in vroeger jaren lijfeigene van vorst Hur. Tot besluit sprak hij van de wreedheden door Gratus gepleegd en het doel dier vervolging.

Zij zag hem aan met verstrooiden blik. Gij hebt meer van een Romein, zoon van Hur, dan een uwer Joodsche broederen. Ben ik zoo verschillend van mijne landgenooten? vraagde hij onverschillig. De halfgoden zijn allen Romeinen, zeide zij. Is dat alles wat gij van mij weet? De gelijkenis is niet voor mij verloren. Het zou er mij toe kunnen brengen u te redden. Mij te redden?

Indien ik in uwe plaats was, zoon van Arrius, even jong als gij, even sterk, even geoefend in den krijg, had ik een drijfveer, die mij tot wraak aanzette, een beweegreden als de uwe, die wraak tot een heiligen plicht maakt weg met alle geheimzinnigheid tusschen u en mij! Zoon van Hur, zoon van Hur, ik zeg.... Bij het hooren van zijn waren naam stolde Ben-Hur het bloed in de aderen.

Er waren in die dagen wetgeleerden, die met groote heftigheid de stelling verdedigden, dat de kinderen van lijfeigenen levenslang tot den stand hunner ouders behooren; maar vorst Hur was rechtvaardig in alle dingen en een bekwaam uitlegger der Wet. Hij zeide, dat ik een gekochte Hebreeuwsche dienstknecht was en volgens de bedoeling van den grooten Wetgever in vrijheid kon uitgaan.

Ik ben Juda, de zoon van Ithamar, in zijn leven het hoofd van het geslacht Hur, en vorst van Jeruzalem. Dit zeggende stak hij den oude beide handen toe. De rechterhand van den koopman, een uitgeteerde, misvormde hand, die op de deken rustte, sloot zich krampachtig; overigens bleef hij volkomen bedaard en gaf niet het minste teeken van verbazing of belangstelling.

Hij strekte de hand uit en zeide: Ik begrijp u, zoon van Hur, en ik dank God dat Hij u zóó tot mij gezonden heeft. Zooals ik uwen vader, en later zijne nagedachtenis, gediend heb, zal ik ook u dienen. Maar op uwe voorwaarde kan ik niet ingaan. Hier is nog een blad. Neem het en lees. Lees overluid.

Gisteren naar Antiochië reizende, vernam ik dat hij mijn vader gekend heeft. Ja, ik heb vorst Hur gekend. Wij hebben samen handel gedreven. Maar ga toch zitten, bid ik u; en, Esther, breng wijn voor den jonkman. Nehemia spreekt van een zoon van Hur, die over half Jeruzalem regeerde; een oud geslacht, zeer oud. In de dagen van Mozes en Jozua vonden zij reeds genade in de oogen des Heeren.

Daarom zou ik u de belofte willen afnemen, dat gij mij, zoo noodig, de grootste weldaad bewijzen zult, die de een mensch den ander bewijzen kan wilt gij mij dat beloven? Als het niets ongeoorloofds is al ik het doen, antwoordde Ben-Hur. Arrius bleef een oogenblik in gepeins verzonken. Zijt gij werkelijk een zoon van Hur, den Jood? vraagde hij op eens. Ja, heer. Ik heb uw vader gekend.

Weldra kregen de kinderen Hur den optocht in 't gezicht.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek