Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
Ik begaf mij dadelijk naar Jeruzalem, om mijne meesteres, zoo mogelijk, te helpen, maar werd bij de poort gegrepen en naar de burcht Antonia gebracht, waarom wist ik niet, totdat Gratus zelf verscheen en de gelden opeischte van het huis Hur, welke hij wist dat, naar Joodsch gebruik, door wissels van mijne handteekening voorzien, overal konden opgevraagd worden.
Ik kwam thuis en begon handel te drijven op naam van Simonides van Antiochië, zooals ik dat vroeger deed op naam van vorst Hur van Jeruzalem. Gij weet, Esther, dat alles mij meeliep, dat het vorstelijk vermogen onder mijn beheer tot in het wonderbaarlijke aangroeide.
Ons volgend kamp lag te Hur, een gehuchtje, waar oorspronkelijk enkele soldatengezinnen woonden, die daar waren geplaatst om het land te bewaren voor de invallen en strooptochten der Beloetsjen. Vervolgens kwamen onze etapen van Gwark en Tejen. Vóór we Khabis bereikten, ging de weg door den beroemden pas Kar-i-Sjikan of pas van den Dood der ezels.
Keizer Augustus kende hem en ontving hem met eerbewijzen aan zijn hof. Hoe heette hij? Ithamar, uit het huis van Hur. Wat! riep de tribuun verbaasd, gij een zoon van Hur gij? Na een oogenblik zwijgen vraagde hij: Hoe zijt gij hier gekomen? Juda boog het hoofd, hij ademde zwaar.
Ben-Hur nam het blad en las: Opgave van de lijfeigenen van Hur, ingeschreven door Simonides, rentmeester van het vermogen: 1. Amrah, de Egyptische, huisbewaarster te Jeruzalem. 2. Simonides, rentmeester te Antiochië. 3. Esther, des rentmeesters dochter.
Wat had zelfs Quintus Arrius, als hij hier bij hem was geweest, meer kunnen zeggen, dan waar hij hem gevonden had en dat hij voor zich overtuigd was den zoon van vorst Hur voor zich te zien? Maar, zooals wij straks zullen zien, de dappere Romeinsche krijger was niet meer.
Ons volgend kamp lag te Hur, een gehuchtje, waar oorspronkelijk enkele soldatengezinnen woonden, die daar waren geplaatst om het land te bewaren voor de invallen en strooptochten der Beloetsjen. Vervolgens kwamen onze etapen van Gwark en Tejen. Vóór we Khabis bereikten, ging de weg door den beroemden pas Kar-i-Sjikan of pas van den Dood der ezels.
Luister, zeide Ben-Hur tot Simonides, en las het volgende: Ik, Ilderim, zoon van Ilderim den Edelmoedige, en Sheik van den stam van Ilderim, aan Juda, den zoon van Hur. Weet, o vriend mijn vaders, hoe mijn vader u liefhad. Lees wat ik u hierbij zend, en gij zult het weten. Zijn wil is mijn wil, daarom is datgene wat hij u schonk het uwe.
Mijne lieden bewaken de wegen tusschen de steden, antwoordde Ilderim. Zij ontnamen hem een koerier, die van Antiochië kwam. Weet men, dat zij in uw dienst zijn? Neen, in de oogen der wereld zijn zij roovers, die ik te vangen en te dooden heb. Sheik, gij noemdet mij zoon van Hur, mijn vaders naam. Ik wist niet dat iemand hier mij kende. Vanwaar kent gij mij? Ilderim antwoordde niet dadelijk.
De manschappen hervatten hun werk, en toen zij aan dien kant gereed waren, begaven zij zich naar de westzijde. Daar werd de poort eveneens dicht gemaakt, waarna het oude paleis Hur vereenzaamd bleef staan. De cohorte zette zich weder in beweging, terug naar den burcht, waar de procurator eenige dagen rust hield, om van zijne wond te genezen en over de gevangenen te beschikken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek