Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Zélf slachtoffers van dwang en willekeur, huiverden zij, om zich aan de volkswraak bloot te stellen. De beide vrienden zwierven nog eenigen tijd de stad door, om te zien hoe het elders gesteld was. Zij vernamen, dat het volk reeds vroeg in den morgen naar het Werkhuis was getrokken en er Emanuel van Praag en Barth Meyer, benevens nog enkele andere gevangenen met geweld bevrijd had.
En ze huiverden wanneer men ook hen met galbanum en rosmarijn besproeide, een mengsel dat uitsluitend gebruikt mocht worden in den Tempel. Aulus wreef er zich de oksels mede, en Antipas beloofde hem er een heele lading van, met drie zakken vol van dien onvervalschten balsem, die Cleopatra's begeerte naar het bezit van Palestina had opgewekt.
"Maar, wat?" "Ik zal spoedig sterven." Cosette en Marius huiverden. "Sterven!" riep Marius. "Ja, maar dat is niets," zei Jean Valjean. Hij haalde adem, glimlachte en hernam: "Gij spraakt tot mij, Cosette, ga voort. Spreek nog, uw roodborstje is dan dood; spreek, laat mij uw stem hooren." Marius staarde als versteend den grijsaard aan. Cosette slaakte een hartverscheurenden kreet.
Inderdaad, een tuchteling, die met anderen uit het bagno op het schip voor eenigen arbeid werd gebruikt, was dadelijk naar den officier van de wacht geijld, en onder de verwarring en ontsteltenis der geheele equipage, terwijl alle matrozen huiverden en terugtraden, had hij den officier verlof gevraagd zijn leven te mogen wagen om den man te redden.
Wij schoolden, terzij van 't huis, op de stoep samen, kropen dicht bijeen, en huiverden van genot. »Wat zijn de jongens stil," zei Moeder dan, gewoon aan ons altijddurend hollen en schreeuwen en stoeien. Geen wonder. Wie zou een kik gegeven of beweging gemaakt hebben, bij het somber rondgaande: »Wie heeft er mijn beentje," of het huiveringwekkende: »Slof, slof!"
Het nevelige manelicht bescheen verdrietig die verwoesting en hier en daar, langsheen den weg of in het veld stonden de huisjes en de boerderijen als dood in hun sombere, eenzame verlatenheid. Traag-sjokkend reed het rammelend rijtuig over de ongelijke keien. De generaal en de twee dames spraken een heele poos geen woord. Zij huiverden in de kille nachtlucht en trokken mantels dicht en kragen op.
Ze hijgden, vermoeiden zich, deden haastig alsof ze nooit klaar zouden komen .... En dan, bij den klank van de poortbel, stortten ze langs hun zetel, het gelaat in hunne armen, kapot, gereed om alles te aanvaarden. Pastoor Doening vond hen zoo. Hij bleef staan op den drempel, verschrikt. Vrienden, sprak hij zacht. Hunne ruggen huiverden zichtbaar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek