United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zang van den leeuwerik in de oneindige ruimte, het suizen van den wind in de heidestruiken, het loeien der runderen in de weilanden, al die landelijke stemmen en geluiden smelten samen tot een akkoord, passende bij de zoete droomerijen van uw geest, als ge het drijvend wolkje naoogt in het azuur, of uw blik laat rusten op den kalmen waterplas, als een metalen spiegel op een fluweelen kleed, uitgespreid in de bruine heide; als ge luistert naar het kunsteloos gezang van den boerenjongen, die naast den weg zijne twee paarden huiswaarts leidt, of naar het tjingelen der bellen van de kleurig opgetuigde hit voor de huifkar van den postbode.

Het was een achtiend-eeuwsch gezicht, dat reizen te voet en te paard en met de traag rijdende koetsen. Menschen die elkaar vervoegden langs de baan begonnen te kouten en zetten samen de lange reis voort. Mij reed een witte huifkar voorbij met een dikke bruine merrie bespannen. Er zaten twee kloosterzusters in en die vroegen of ik niet mee wilde tot Cappellen. Mijn uniform wekte goedhartigheid.

"Er zijn droevige omstandigheden van verschillenden aard," antwoordde zij: "het tooneel, dat hedenmorgen te Soest plaats had, was reeds genoeg om iemand schrik aan te jagen." "'t Is waar ook! Gij moet u toen in die huifkar niet op uw gemak bevonden hebben.

Christoffel Hermans, zeg ik, was bezig zijn groot paard voor de huifkar te zetten; en verrichtte dezen arbeid op een kleine voorplaats, waar hem zijne kippen en kalkoenen over de voeten liepen, gedurig met het paard redeneerende. "Stappertje! opgepast van daog, zulle! ge kraogt het nuwe vliegennet over den baste, en de nuwe bellen.

Wij staan voor de poort van het gedrongen huis. Kleumende mannen schuilen er, makke zieken schijnend die willen ingelaten worden. En nu komt er een huifkar aan bengelen, glanzend bovenop gelijk een oud harnas, en schavotrood staat er een huis als een bons voor het straatgat.

Men weet, dat studenten gewoon zijn een kurketrekker met dien naam te bestempelen. Naauwlijks was ik buiten Zoest gekomen, of ik zag de huifkar een goed eindweegs voor mij uit, doch nu weder stapvoets door het zware zand gaande.

De zang van den leeuwerik in de oneindige ruimte, het suizen van den wind in de heidestruiken, het loeien der runderen in de weilanden, al die landelijke stemmen en geluiden smelten samen tot een akkoord, passende bij de zoete droomerijen van uw geest, als ge het drijvend wolkje naoogt in het azuur, of uw blik laat rusten op den kalmen waterplas, als een metalen spiegel op een fluweelen kleed, uitgespreid in de bruine heide; als ge luistert naar het kunsteloos gezang van den boerenjongen, die naast den weg zijne twee paarden huiswaarts leidt, of naar het tjingelen der bellen van de kleurig opgetuigde hit voor de huifkar van den postbode.

"Hoeveel tijd rekenje, dat er noodig is van hier naar Quaadmechelen, voerman?" "Laot zien," zei hij; "'t mag drie uren gaons wezen; dats begens vierdehalf uur met de ker." Men merkt op dat de huifkar een uitmuntend middel van vervoer is voor personen die niet gaarne willen dat al wat zij voorbijrijden hun geel en groen voor de oogen wordt.

"Zoo!" hervatte de veerman, wiens gelaat op dit bericht betrok; "nu ja! maôr ik weet niet of het zich wel schikken zal.... Patientie! wij zullen zien. Haalt aan, jongens! haalt aan!" Aan de overzijde aan wal gestapt en den dijk opgewandeld zijnde, zag Joan in de laagte een soort van huifkar staan, met twee kloeke paarden bespannen, welke een jonge vrouw vasthield.

De huifkar snelde Marylebone-Lane in en was een oogenblik later uit het gezicht verdwenen. Ik nam hierna den weg voor voetgangers, doch in de Vere-Street kwam een baksteen van een der huizen naar beneden en viel aan mijn voeten aan stukken. Ik riep de politie en stelde een onderzoek in.