Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Haar gelaat spiegelt den hevigen strijd af, die in haar binnenste woedt. Plotseling strekt ze hare hand uit. De mooie zijden parasol valt voor hare voeten. »Neen, Arnold! dan weet ik het beter!" Haar vinger wijst driftig naar Van Reelant. »Ik breng je de blijde tijding" gaat ze voort »dat we van De Huibert verlost zijn! Je blijft er volmaakt onverschillig onder!

Mevrouw De Huibert verklaarde aan hare zuster, dat zij het »engagement" afkeurde, dat zij van André als aanstaand schoonbroeder niets wilde weten, omdat hij niet »soliede" was, en geen »avenir" had aan het ministerie. Zij voegde er geen enkel woord bij, om hare beschuldigingen te staven. Na dien tijd ontstond groote verkoeling tusschen de beide zusters.

Arnold!.... De Huibert is dood! Ik ben weduwe!" Van Reelant bleef sprakeloos stilstaan. Oogenblikkelijk maakte zich een gevoel van hem meester, of hij eene Jobstijding vernomen had. Hij bewoog zich niet. Hij wilde kalm blijven. Er was geen tijd te verliezen. Suze nadert hem vastbesloten. Zij legt haar linkerarm op zijn schouder en vervolgt: »Zooeven kwam een brief uit Osterwolde.

De scholen zijn ook weer begonnen, doch Douwes, George en Huibert, die het leeren nog hard noodig hebben, vinden het straatloopen pleizieriger, en zijn dus maar stilletjes uit school gebleven. "Zeg, Douwes, wat zullen we gaan doen?" vraagt Huibert op zekeren dag. "Op de wallen spelen!" antwoordt George. "Ben je wel dwaas?" roept Douwes, "op den wal spelen, waar iedereen loopt en ons zien kan!

Misschien zal de Haagsche nieuwsgierigheid gauw genoeg ontdekken, dat ik de verstooten vrouw van Onno de Huibert ben, en niemand hoeft te weten, dat we elkaar in Osterwolde hebben gekend...." »En als een toeval ons te zaam brengt?" »Dan kunnen wij er van profiteeren, en ons veroorloven de gewone burgerlijke beleefdheid in acht te nemen!" »Natuurlijk!"

Hij had op haar verzoek zich de vrijheid gegund te rooken. »Arnold! Ik had je al lang iets willen vertellen, maar er is niets van gekomen.... Ik heb bericht van De Huibert..." Van Reelant bukt zich. Zijne brandende sigaar is op het tapijt gevallen. »Het nieuws komt niet van De Huibert zelf, stel je gerust, Arnold! Ik heb op mijn manier mijne gezanten in Osterwolde en omstreken.

Het was zeer laat geworden. Betsy bleef bij hare zuster Suze logeeren, André had nog een kort gesprek met mevrouw De Huibert, en poogde deze in eene vriendschappelijke en welwillende stemming te brengen. Hij vertelde haar van zijne vooruitzichten als ambtenaar aan Buitenlandsche Zaken, en het was bij die gelegenheid, dat Suze hem poogde uit te hooren over Van Reelant.

Mijn vader koppelde mij aan De Huibert een huwelijk tusschen ons beiden was onmogelijk. Ondanks dat alles heb ik mijne liefde nooit verloochend, heb ik plichten en eeden geschonden, en zou ik het nog doen, zoo het mogelijk ware! Er is dus geen macht ter wereld, die ons scheiden kan.

Vleiend, glimlachend als vroeger, klinkt haar stem nog zoeter dan ooit te voren: »Arnold! Mijn Arnold! Zeg me nu, wanneer ik je vrouw zal worden! Bedenk eens wat we saam zoo dikwijls hebben afgesproken! Denk eens aan dien winteravond, toen mijne ouders mij dwongen De Huibert te nemen, daar er aan een huwelijk tusschen ons beiden toch nooit kon gedacht worden!

Dominee Huibert Jacobus Buddingh was den vorigen middag door zijn vriend en broeder Beukman van Vreeland gehaald; had 's avonds in de groote pronkkamer van zijn gastheer gepreekt; en was daarna nog lang met de weinige hoorders in gesprek gebleven. Eerst tegen elf uur waren de vrienden een voor een of twee aan twee huiswaarts gekeerd.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek