Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


Het was een nikkelen medaille, zoo groot als een cent, met een kop op de eene zijde en een naam op de andere, en naam en kopstuk beide waren die van dokter Johausen. "Hij is waarlijk gedecoreerd door den Duitschen geleerde, wiens ledige hut wij gevonden hebben!" riep Max Huber meer en meer verbaasd.

De dokter gaf geen antwoord... Zou hij het niet begrepen hebben? Zou hij zijn eigen taal vergeten zijn, nu hij drie jaren te midden der Wagdies gewoond had? "Verstaat u mij?" hernam John Cort. "Wij zijn vreemden, die hier naar Ngala gevoerd zijn." Nog geen antwoord. Thans kwam Max Huber nader en schudde den Koning tamelijk oneerbiedig heen en weer.

Zonder dralen werden Urdax, de voorlooper, John Cort en Max Huber gewapend, de karabijn in de hand, revolvers in den gordel, de patroontasch goed voorzien. In den wagen bleef nog een half dozijn geweren en pistolen over, die gegeven werden aan enkele dragers, op wier trouw men vast kon rekenen.

In alle couranten der wereld is daarover geschreven en ook Max Huber en John Cort hadden alles daarvan gelezen. "Hij!" riep Max Huber, "van wien men nooit meer iets gehoord heeft!" "En van wien men ook wel nooit meer iets hooren zal!" voegde John Cort er bij.

Het was dan ook te hopen, dat er niet weder zoo'n regenbui kwam. Van wild vertoonden zich niet anders dan watervogels; tot grooten spijt van Max Huber kwam geen enkel groot zoogdier, geen antilope, geen waterbok of hoe zij meer heeten, in het gezicht.

Het drietal zette den tocht voort en een kwartier later waren zij een kilometer van het kampement verwijderd en scheidde diezelfde afstand hen nog van den zoom van het groote woud. De vuren brandden altijd nog en hun schijnsel was nu veel helderder, maar noch de kattenoogen van Llanga, noch de voortreffelijke veldkijker van Max Huber konden de wezens, die deze vuren onderhielden, zien.

Als eenig antwoord trok Mselo-Tala-Tala een leelijk gezicht en ... stak zijn tong tegen de vreemden uit... "Zou hij gek zijn?" mompelde John Cort. "Dat zou ik meenen", antwoordde Max Huber. En ja, de ongelukkige geleerde was door zijn verblijf tusschen de Wagdies volslagen krankzinnig geworden. Maar juist dientengevolge was hij waarschijnlijk tot Koning uitgeroepen.

Hoe John Cort en Max Huber ook aandrongen, dat het tweetal hen vergezellen zou naar Libreville, niets baatte, er viel niets anders te doen dan afscheid te nemen van den braven man, die uit dankbaarheid wegens de redding van zijn kind, hun als gids zulk een onwaardeerbaren dienst bewezen had.

En hij was zoodanig met zijn gedachten over dezen vreemden en gevaarvollen tocht vervuld, dat de tijd voor hem omvloog en hij werkelijk ontstelde, toen hij eensklaps een hand op zijn schouder voelde. "Neen, het is geen menscheneter, ik ben het!" zei Max Huber vroolijk, "de beurt van waken is aan mij. Hebt gij niets verdachts gezien?" "Niets", antwoordde de Amerikaan.

Er is geen oogenblik te verliezen! Terug!" Max Huber, Llanga en Khamis hadden geen tien minuten noodig om de vijftienhonderd meter, die hen van het kampement scheidden, te doorloopen. Zij hadden zelfs geen oogenblik omgezien, het deerde hun niet, of de negers, na hunne vuren te hebben uitgedoofd, hen misschien achtervolgden

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek