Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


"Ik begrijp niet, hoe zij zooveel licht maken, als zij plan hebben ons aan te vallen!" zei Max Huber. "En ik begrijp het evenmin, als zij geen vijandelijke bedoelingen hebben", antwoordde John Cort. Het was inderdaad vreemd, maar wat kon men verwachten van die woeste stammen van de Boven-Oebanghi? Een half uur verstreek, zonder dat er eenige verandering in den toestand kwam.

En Max Huber moest bij zich zelf nu eindelijk erkennen, dat wat hem thans overkwam, toch werkelijk wel iets heel ongedachts en heel buitengewoons was! Want toen zij ten laatste ongeveer honderd voet geklommen waren, zagen zij tot hun verbazing hier, als het ware op de toppen der boomen, een plat, heerlijk door de zon verlicht.

Het was zeer te bezien of alles wel ordelijk en zonder ongelukken zou afloopen! Maar daar ontstond eensklaps diepe stilte. De deur van de koninklijke hut ging open en de soldaten stelden zich in twee rijen ter weerszijden daarvan op. "Zie zoo, eindelijk zullen wij Zijne Majesteit dan zien!" zei Max Huber. Maar het was Zijne Majesteit niet, die uit de hut kwam.

"Neen, zeker niet", beaamde John Cort. "En die zwarte wilden zullen ons nooit goedwillig heen laten gaan", zei Max Huber. "Er is dus maar één ding: vluchten." "En wel dadelijk!" voegde Khamis er bij. "Kom mede, wij moeten de trap trachten te bereiken en het woud insnellen." "Alles goed en wel", zei Max Huber, "maar de dokter..." "De dokter?"

Deze dieren schenen niet erg verbaasd bij het zien van menschen. "Maar zij hebben toch dat vlot niet gemaakt", zei John Cort, "en hoe slim zij ook zijn, een hangslot zouden zij toch nooit kunnen maken!" "Evenmin als een kooi", voegde Max Huber er bij. "Wat bedoelt gij?" "Wel, ik geloof dat ik daar verder op iets zie, dat wel een kooi lijkt."

"Mijnheer heeft gelijk", bevestigde Khamis, "daar staat een hut met traliewerk. Laten wij voorzichtig zijn." "Komaan, wat voor gevaar kan ons dreigen!" riep Max Huber vol ongeduld. En inderdaad, menschen schenen hier niet te zijn. Zoo sloop het viertal behoedzaam nader en kon de hut duidelijker opnemen.

Zoo ging de tocht zonder ongevallen voort, tot omstreeks vier uur Khamis, die het roer hield, aan John Cort verzocht het even over te nemen, waarna hij op de voorplecht ging staan uitkijken. Max Huber vroeg dadelijk: "Ziet gij iets?" "Daar", zei de voorlooper, terwijl hij een eind verder op de rivier wees, waar het water zeer beweeglijk was.

"Pas maar op de krokodillen, en zelfs op de nijlpaarden," waarschuwde de voorlooper. "Nu een nijlpaardenboutje kan heel lekker zijn," schertste Max Huber. "Maar voor gij het hebt, zal het nijlpaard aardig boos op u zijn," zei John Cort, "wees dus verstandig en kom onmiddellijk terug, als gij eenig gevaar vreest en wees vooral hoogst voorzichtig!" "Natuurlijk John! Kom Llanga, ga mee!"

Maar Max Huber en John Cort hadden geen tijd, om bespiegelingen te maken. Of het dieren waren, of menschen, of wel schepsels tusschen den mensch en het dier in staande, moesten zij later uitmaken, thans werden zij door den troep, die onderling in een bepaalde taal sprak, in een hut gedrongen; de deur ging achter hen dicht en zoo waren zij goed en wel gevangen!

"En die wel als alle rivieren in Midden Afrika grootendeels onbevaarbaar zal zijn," zei John Cort. "Gij ziet ook niets dan moeilijkheden," merkte Max Huber op. "Beter vooraf, dan te laat!" antwoordde zijn vriend zeer terecht. "Nu goed, op weg dan!" riep de Franschman, en inwendig had hij heel veel lust om dat groote onbekende woud in te trekken.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek