United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Desen regen syet men ook blyncken op de blaederen der boomen en bisonderlyk op de eykeboomen, en dan siedt men dat de byen op desen blaederen vliegen en aerbeyden, en niet goet bekoomen; het schyndt dat als deese vallen, datter dan geenen honigh op de boomen valt; men siedt ook dat de blaederen door den stormreegen worden afgewaessen, en dat daer de byen dan somtidts nogh wel honigh op haelen en de hop ock eene nyen waes bekoomt en wel hop waest; ik hebbe sulks door de ondervinding geleerdt.

Kijkt eens, wat ik op den straatweg gevonden hebEn hij liet hun een doode kraai zien, die hij gevonden had. «Domoorzeiden de broers, «wat wil je daarmee beginnen?» «Met de kraai? Die wil ik aan de koningsdochter geven!» «Ja, doe dat maarzeiden zij, lachten en reden verder. «Hei, hop! Hier ben ik! Zie eens, wat ik nu gevonden heb. Dat vindt men niet alle dagen op den straatweg

In den ouden tijd toen hier te lande ook veel hop werd verboud, ten gebruike voor de talryke bierbroueryen, waren er in zeer vele steden herbergen waar »De Hopsack" uithing, en waar brouers en boeren samenkwamen om te handelen. In de 16de eeu heette een huis te Amsterdam »De Hoppezak", en in de 17de eeu was er een huis van gelyken naam te Dendermonde.

Terwijl wij, op ons gemak neêrgezeten, ons in deze beschouwing verlustigden, en het verkwikkende genot van de vrije natuur, gepaard met de aangename gewaarwording van uit te rusten na eene vrij verhittende wandeling, ons alle drie in een stille en weldadige stemming gebracht had, hoorden wij opeens in de nabijheid roepen en praten en herkenden weldra de stem van Tante Van Bempden, die zich beurtelings uitzette om hop! hop! te roepen en dan weder een min schellen toon aansloeg en een onderhoud scheen voort te zetten met iemand, die haar vergezelde.

De oogen zijn donkerbruin, de pooten loodkleurig grijs; de snavel is zwart. Totale lengte 29, staartlengte 10 cM. De Hop bewoont Middel- en Zuid-Europa, geheel Siberië en China, West-Azië en Noord-Afrika. Soms dwaalt hij naar het noorden van Skandinavië en naar Spitsbergen af.

Hei, hop, dat was een tocht. «Hier kom ikschreeuwde domme Hans en zong, zoodat het wijd en zijd in den omtrek weerklonk. Maar zijn broers reden hem langzaam vooruit; zij spraken geen woord, zij moesten eens over al de goede invallen nadenken, die zij voor den dag zouden brengen; want dat moest alles keurig uitgedacht zijn. «Heidaarschreeuwde domme Hans, «hier ben ik!

"Hop, hop... in de rondte... vooruit maar... "Dien weg uit... omlaag by de poort... "Wat 'n vischlucht!... om 't even... vooruit maar! "Hop, hop weêr, en lustigjes... voort!" Daar zat een slapend meisje in 't gras... of 't Femke was? Daar naderde joelend de bruiloft, En huppelde om 't slapende kind. Haar bleekgoed rees op van de zoden, En danste op muziek van den wind.

De Gieren, hoe vlijtig zij ook zijn, kunnen al het afval niet uit den weg ruimen; er blijft genoeg van over voor den Hop en deze acht drekhoopen zeer begeerlijk. De handelingen van den Hop zijn eigenaardig, maar belangwekkend.

Met andere Vogels sluit de Hop geen vriendschapsbond. Voor sommige is hij bevreesd, de overige schijnen hem onverschillig te zijn.

Prachtige gedachte, zegt de hop en roept al de vogels, met het lied, dat ik mededeelde. Daar stroomen zij toe, eene onheilspellende wolk van gevogelte. Zij dreigen de Atheners; het zijn vogelvangers, zeggen zij en willen hen met bek en klauw te lijf. Deze verweren zich met schotel en braadspit, totdat de hop betoogt dat het vrienden zijn.