Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Toen kraaiden de patrijzen alle drie driemaal, en een er van vloog op den hoed van den jonker, waar het zitten bleef. "Mag ik schieten, jonker?" riep hij. De jonker wuifde vriendelijk met de hand van ja. Hij lei aan het hoen viel.
En Symensen, een van de voornaamste Vrijbuiters, sprak luide, terwijl hij hem op den schouder klopte: »'t Jonge Hoen bang? Wij denken er niet aan, jongen. Je bent wat dapperheid betreft de waardige zoon van je vader, en die gelooft het zelf ook niet."
Wie schetst echter hunne verbazing, toen zij daar een eenvoudig boertje voor zich zagen, klein van gestalte en zonder eenig aanzien. Want de kleeding der drie Vrijbuiters bestond slechts uit eene wijde broek, een eng, maar geschoot wambuis en een breedgeranden hoed. Was deze eenvoudige man 't gevreesde Hoen? En behoorden die twee knapen tot de zoo beroemde Vrijbuiters?
De Overste herkreeg zijn vrijheid, waarvan hij gebruik maakte door zoo spoedig mogelijk in de boot van Aelbert Bleeker naar Amsterdam terug te keeren, en de Vrijbuiters namen van Jan Slob afscheid en zochten hunne woningen op. Maar de naam van 't Oude Hoen werd door dit geval bij de Spanjaarden nog meer gevreesd. Op den Sparendammer dijk. De winter was voorbijgegaan, en 't was Maart geworden.
»Des te meer eer, als we winnen!" riep Aelbert uit. »Juist, dat zeg ik ook!" zei Marten. »De Spanjaarden moeten in elk geval niet kunnen denken, dat wij bang zijn." »Dan met krachtige slagen voortgeroeid, mannen!" sprak 't Oude Hoen. »Wij moeten de ruiters vóór zijn en een geschikt terrein uitzoeken, want een goed overleg is het halve werk."
Zijn gelaatsuitdrukking had iets gebiedends, iets, dat den man van geboorte verried. 't Oude Hoen twijfelde dan ook geen oogenblik, of hij had een man van aanzien voor zich, misschien wel een Spaansch officier. Deze groette ook de vrouw des huizes en de beide jongelieden, nam plaats op den hem toegeschoven zetel, en vervolgde: »Ben ik hier terecht bij Govert 't Hoen, bijgenaamd 't Oude Hoen?"
In den winter graaft dit Hoen diepe gangen in de sneeuw, niet alleen om zijn voedsel te kunnen bereiken, maar ook om een schuilplaats te zoeken tegen de aanslagen van Roofvogels; loodrecht uit de lucht naar beneden schietend, duikt het dan als 't ware onder in de losse sneeuw.
Ik krijg zin in het zaakje en waag het er op. En jij, Marten?" »Dat behoef je niet te vragen!" riep deze uit. »'t Is mijn eigen plan, dus 't spreekt van zelf, dat ik meêdoe. Wanneer zal het gebeuren?" »Hoe lang is het geleden, dat de Overste 't laatst visch van jelui gehad heeft?" was de wedervraag van 't Oude Hoen.
Dien zelfden morgen bragt ik een paar vogels van twee verschillende zoorten mede. De eerste word genoemd Toreman; de andere is een zoort van poelsnip. De Toreman is een vogel van eene zeer heldere zwarte kleur, hebbende gryze pooten, en een zeer krommen bek: hy heeft de grootte van een hoen; en is zeer goed om te eeten.
't Hoen bedacht zich nog een oogenblik, en zei toen bedaard en eenvoudig: »Ik neem de uitnoodiging van den Heer Van Licques aan, en zal in gezelschap van deze jongelieden een bezoek in zijn kamp brengen. Ik vertrouw, dat uwe woorden waarachtig zijn en neem uw vrijgeleide aan. Wanneer wenscht u, dat ik komen zal?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek