United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zwegen allen terwijl hij sprak en ofschoon hij duidelijk zijn schuchterheid verried, noopten wij hem, deze, ons vreemdklinkende, mededeeling nog eens te herhalen. Hij herhaalde wat hij gezegd had, doch voegde erbij, dat hij bij den adjudant geweest was, met wien hij samengewoond had en dat hij daar gezeten had, toen men juist het bevel bracht.

"Doe hem geen leed!" herhaalde hij, en zonder het te vermoeden, had hij in de eerste plaats het geluk Marius tegen te houden zijn pistool te lossen, daar het oogenblikkelijk gevaar scheen geweken te zijn, en hij in dezen nieuwen stand van zaken geen bezwaar vond nog te wachten.

Hij had met de linkerhand den kraag, den kiel, het hemd en den draagband van Le Cabuc gegrepen. "Kniel!" herhaalde hij. En met een onweerstaanbare beweging boog de zwakke twintigjarige jongeling als een riet den forschen vierkanten werkman, en deed hem in het slijk knielen. Le Cabuc poogde zich te verzetten, maar 't was, als ware hij door een bovenmenschelijke hand aangegrepen.

"Zoo ja, dat kan wel," herhaalde hij. "En dat wil ik wel gelooven ook, maar ik dacht, de pottenschipper is iemand, die vodden, beenen, oud ijzer en dergelijke dingen opkoopt. Misschien kan hij me inlichtingen geven, die me een beetje op weg helpen. Want die dieven moeten gevonden worden, dat spreekt van zelf." "Juist, hoe gauwer, hoe beter," zei de pottenschipper.

Tip legde aan, maar het wapen beefde hem in de hand en hij durfde niet schieten. »Je beeft, Tip! Je bent een lafaardzei de burgemeester. »Maar als ik misschiet, mijnheer de burgemeester, en in plaats van den beer den jongen tref wat dan?» »Je bent een lafaard, Tipherhaalde de burgemeester. »Klim in den boom en snel den jongen te hulp! Dadelijk! Ik gebied het je, Tip

Met zooveel moeite tweeduizend dollars bij elkaar te hebben en ze dan op die manier te moeten kwijtraken! Wat moeten wij beginnen? vroeg Jan. Ja, wat moeten wij beginnen? herhaalde Cascabel, terwijl de woorden met moeite tusschen zijne saamgeklemde tanden doorkwamen, alsof hij ze kauwde.

"Gij de dochter van Torquil Wolfganger!" riep Cedric, terugdeinzende, "gij, gij, de dochter van dien edelen Sakser, mijns vaders vriend en wapenbroeder!" "Uws vaders vriend!" herhaalde Urfried; "dan staat Cedric, bijgenaamd de Sakser, vóór mij, want de edele Hereward van Rotherwood had maar één zoon, wiens naam onder zijn landgenooten wèlbekend is.

Mevrouw Van Bempden, mijn nicht Blaek, Mejuffrouw Huyck." "Mefrouw fon Pempten!" herhaalde Weinstübe, terwijl hij dadelijk een zeer nederigen toon aannam en een menigte strijkages maakte: "ick pin zeer verheugd, die eere te heppen. Wie faart de familie?"

De herhaalde scheldwoorden, die mij golden, brachten mij tot woede, en de smalende uitdrukkingen over mijne gestorven ouders verbitterden mij zoo hevig, dat ik besloot weg te loopen en mij over deze mishandelingen te wreken.