Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Ze zochten den geheelen dag, en 's nachts sliep Helias niet; den volgenden morgen begon hij dadelijk weder te zoeken, weenende van wanhoop. Hij ging al schreiende voort. Eindelijk bereikte hij een water, waar hij zes schoone zwanen zag. Hij naderde den vijver, en riep de trotsche vogels tot zich. Ze zwommen naar hem toe, hij streelde ze, ze aten van het brood, dat hij hun gaf.

Nauwelijks had hij dit gezegd, of de graaf van Frankenburg trad op hem toe, en lachte schamper, hem beziende van hoofd tot voeten: "Vriendje! wat begeert gij? Wel toont gij u moedig in eene zaak, die u niet heeft geroepen." Helias zeide rustig, en hij rekte zijn krachtig lichaam hoog op: "Ziedaar mijn handschoen, ik geef dezen u, om de eere Gods en om de minne der edele vrouw.

Niet lang daarna zond God hun een geit, die ze voedde. De kluizenaar Helias was zijn naam kleedde hen in kleederen van bladeren, en deed voor hen, wat hij met zijn eenvoudige krachten kon. Een der jongens kreeg hij boven allen lief, en daarom gaf hij hem zijnen naam: Helias.

De edele Oriant en de reine Beatrijs, verzeld van hunne drommen ridders, traden in het strijdperk, om te hooren, wat de jongeling, Helias, hun wilde zeggen. "Luister naar de belijdenis van dezen ridder hier, van Macharis, den valschaard." Macharis trad naar voren, groetende den koning, Oriant, en de koningin, Beatrijs, met eerbiedige reverence.

Ze was verheugd om de schoone gave, die er haar aan herinnerde, dat nu de zeven kinderen van Beatrijs waren gestorven. Ze kon toch niet vermoeden, dat er zes van in zwanen waren veranderd, en dat de zevende, Helias, nog in leven was? De kluizenaar en Helias waren in het bosch teruggekeerd en ze verbaasden zich, dat zij de zes jonge kinderen niet vonden.

Heden zult gij bevinden, wat een ridder van avonturen doen kan." De graaf van Frankenburg nam Helias' handschoen en de keizer ontving hun beider eed. "Wanneer wilt gij kampen?" Helias ging naar voren. "Nog dezen dag." Daar de graaf dit niet durfde weigeren, werd het strijdperk gereed gemaakt, en in een wijden kring gingen de keizer met zijne heeren, de hertogin en hare dochter zitten.

Beatrijs boog haar hoofd. "Heer! ik weet hiervan niets; want ik was krank, toen mijne kinderen werden geboren. Maar ik geef de zaak in God's handen en in die van dezen jongeling, en ik bid u hem te behandelen als uwen zoon." De koningin, Beatrijs, werd naar eene schoone kamer gevoerd, en Oriant, de koning, begaf zich tot Matabrune, en vertelde haar van Helias, den jongeling.

"Dan " zoo riep Pontius uit, "gelijkt dit slot er precies op. Ze vroegen toen in het dorp, in welk land ze waren, en ze hoorden, dat Helias dit kasteel had gesticht, en den volgenden morgen begaf zich Pontius naar het slot, waar zij vonden Oriant en Beatrijs, Rosse en Esmeri en vele anderen.

Juist bij zijn aankomst zat Oriant met zijne vrouw en zijne vijf kinderen aan tafel, en daar hoorden ze den stoot van Helias' hoorn. Zij stonden allen op, en ze zagen uit de vensters van 't paleis, ze zagen den zwaan, en Helias zittende in het scheepken.

Esmeri bracht hem vervolgens naar het klooster, naar den edelen Helias, die blijde was om de goede tijdingen, die hij hoorde van zijne vrouw Clarisse en zijne dochter IJda. Toen vroeg hem Pontius: "Geef mij een teeken, welk mij bewijzen kan voor mijne gebiedster, de hertogin Clarisse, dat ik u heb gesproken."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek