Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Hierna riep de kluizenaar den jongeling tot zich, en hij zeide tot hem: "Gij, Helias, zijt de zoon van koning Oriant en van koningin Beatrijs, en ge zijt met uw broederen en uw zuster te vondeling gelegd op bevel van Matabrune, de moeder des konings Oriant.

"O edele ridder!" aldus sprak hij, "maak met mij vrede, ge kunt verkrijgen daarvoor mijne dochter en het land van Ardennen." Dit was Helias' antwoord: "Meent gij, dat ik u zal steunen in uw verraad? Spreek daarover niet meer, want van mij hebt gij geene genade te wachten. Ik zal de hertogin verlossen, en hare dochter zal ik trouwen tegen uwen wil."

Toen riep de hertogin in grooten angst hare dochter IJda, opdat deze haren vader met smeeken en weenen zou vragen, te blijven. Maar in den ochtend verzamelde Helias zijne heeren, en hij beval hun te zorgen voor zijne vrouw en zijne dochter en het goede land van Bouillon. Al sprekende, hoorde hij, dat de zwaan al buiten was, slaande met de vleugelen een groot geraas.

Op dat oogenblik zwom een zwaan aan, die bracht water, om 't vuur te blusschen, en uit 't water kwam een visch; allen werden angstig, die deze visch bemerkten. Alleen ik stond rustig, en daarom geloof ik, dat deze ridder mij zal redden." Helias, de koning van Lilefoort, naderde den keizer, hem groetende. "Ik ben een arm ridder, uitgetrokken op avonturen."

De keizer vroeg hem: "Blijf, hertog van Bouillon, bij uwe vrouw Clarisse en uwe schoone dochter IJda." Helias echter zeide: "Ik kan dit niet volbrengen. Ik vraag u slechts bescherming voor mijne vrouw, Clarisse, en mijne dochter, IJda." De keizer sprak: "Ik belove ze u." Toen vertrok de ridder, en de zwaan voerde hem van Nijmegen langs vele stroomen, naar Lilefoort.

Een ieder was zeer bedroefd om Helias' besluit, doch er was niemand, die zich durfde te verzetten, en, steunend op eenen stok, liep Helias naar een door Oriant gesticht klooster, en daar werd hij door de monniken met vreugde ontvangen. In het land van Ardennen nu deed hij een slot bouwen, gelijk aan het slot van Bouillon, over welk land hij hertog was geweest.

De wachter wilde met hem spotten, en dus zeide hij: "Ik ben het, dien gij zoekt. Ik ben de ridder Macharis." Helias sloeg hem met zijn stok, en een andere dienaar wilde hem grijpen, daar hij meende, dat de jongeling in zijn vreemde kleeding waanzinnig was. Helias werd boos, en hij riep uit: "Ik zeg u, laat mij gaan.

Nadat Helias eenigen tijd in Lilefoort was geweest, liet hij eenen dag al zijne vrienden tot zich komen. "Ik neem afscheid van u allen om de wereld te verlaten, want ik wil mijn leven beteren en voor u bidden."

Macharis werd door vier dienaren bewaakt, en moest tegen Helias kampen. Macharis was angstig, toen hij 't strijdperk binnen-reed, ziende den edelen jongeling Helias, krachtig in zijn harnas. Hij wilde het niet laten blijken, hoe bevreesd hij was, en daarom riep hij spottend: "Meent gij tegen mij te kunnen strijden, jongetje? Ik zal u laten zien, hoe sterk ik ben."

Helias echter werd nog moediger, en hij kreet met een stem, fel-flitsend als de bliksem: "Verrader, is het u niet genoeg, dat gij mijne moeder hebt verraden? Wilt gij ook nog haren zoon dooden? Thans zal ik u met Gods hulp toonen, wat gij van mij hebt te verwachten." Hij sloeg hem den helm af, en hieuw hem zoo met 't zwaard, dat hij zich niet meer kon verweren, en daarna kloofde hij hem den arm.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek