Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Daarop knalde er een pistoolschot, en Haller stortte op den grond neer. "Het is afgeloopen," mompelde Hartley. "Wacht maar, schobbejakken! Misschien ontmoet ik u nog wel eens, en dan zal ik u dat schot betaald zetten! Ik ben benieuwd wat de schavuiten nu zullen doen." Hij zag, dat zij van hun paarden afstegen, en zich met den doodgeschotene bezighielden.
Hij haalde den brief uit zijn zak, vouwde hem open, en gaf hem aan den Yankee. Deze las: "Waarde Charoy! "Brenger dezes, master Joseph Haller, is tot heden klerk bij mij geweest. Hij is van Duitsche afkomst, eerlijk, ijverig en trouw, maar heeft het ongeluk gehad, mis te willen schieten, en juist daardoor zijn tegenstander het licht uit te blazen.
Ik heb wel reeds een klerk; maar sedert lang heb ik al behoefte gevoeld aan iemand, wien ik ook vertrouwelijke en zeer belangrijke aangelegenheden kan opdragen. Denkt gij, dat ik met u de proef daarvan zal kunnen nemen?" "Sir!" antwoordde de nagemaakte Haller, op den toon van iemand die blij is, "probeer het met mij! Ik ben overtuigd, dat gij tevreden over mij zult wezen."
Van binnen zag het er keurig uit; het bestond uit vijftig vakjes, die met fluweel bekleed en met gouden strepen en arabesken versierd waren. In ieder vakje stond een fleschje, met een vloeistof van de eene of andere prachtige kleur. Het geheel scheen een verzameling van allerhande fraaie kleuren en kleurschakeeringen. "Dit is dus uw apotheek!" zei Haller. "Waar haalt gij al die medicamenten?"
Men zag aan beide tramps, dat zij ontstelden; maar toch wist de nagemaakte Haller zich goed te houden, en antwoordde op den toon van iemand, die zoo onschuldig is als een pasgeboren kind: "Van al die dingen weet ik niemendal." "En toch zijt gij louter daarvoor hier gekomen, om de gelegenheid af te loeren en er bericht van te geven aan uw komplot-genooten." "Ik?
Wie en wat zijt gij dan?" Haller beantwoordde die vraag overeenkomstig de waarheid. Hij liet den kornel zelfs den aanbevelingsbrief lezen, ter bevestiging van hetgeen hij zei. Na kennis te hebben genomen van den inhoud sprak de kornel: "Ik wil u gelooven. Men behoeft u maar aan te zien, om te begrijpen dat gij een doodeerlijke hals zijt, die het buskruit niet uitgevonden heeft.
Wie weet of wij, in de richting, die wij nu gaan, wel ergens een boerderij zullen vinden, en zoo ja, wie weet dan wanneer. Gij zult misschien dagen en dagen achtereen met mij moeten voortsukkelen; en er is zulk een eenvoudig middel om u al die moeite te besparen." "Zoo? waarin bestaat dat middel dan?" vroeg Haller argeloos.
Nauwelijks had hij dit volbracht, of hij hoorde de stemmen der drie ruiters en den hoefslag hunner paarden. Zij reden voorbij, zonder op te merken, dat het spoor van daar af slechts van één persoon was. De Yankee schoof de takken in die richting een weinig ter zijde, zoo, dat zijn blik de prairie overzien kon. Daarginder liep Haller.
Mijn geld hebben zij; maar ik zou hun liever niet mijn leven ook nog achterna dragen. Wij moeten dus maar een andere boerderij opzoeken." "Wie weet hoe lang het duren zal eer wij er een vinden," zei Haller. "Zult gij u wel zoo lang op de been kunnen houden?" "Ja, dat denk ik wel. Ik ben zoo sterk van inhoud, dat wij stellig wel onder dak zullen zijn eer ik door de wondkoorts aangetast word.
De vrouw van den landbouwer heeft mij, toen dat zoo in het gesprek te pas kwam, verteld, dat zij een zuster is van den sheriff van Kinsley. Wordt gij van daar vervolgd, dan is het honderd tegen één, dat de sheriff die boerderij zal bezoeken. En gij zoudt hem dus regelrecht in den mond loopen." "Daar zal ik wel zalig op passen," zeide Haller verschrikt. "Wilt gij werkelijk daar naar toe?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek