Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Wij zullen zien...." En hij aan 't bladeren, terwijl-ie de titels van sommige hoofdstukken halfluid bromde.
"Gij spreekt geen woord over al wat er dezen nacht is voorgevallen," beet hem de Fiskaal in 't oor: "of het zal u duur te staan komen." "Wilt gij het geld voor de verbeurde boete?" zeide de Jonker halfluid, terwijl hij lachende een goudbeurs voor den dag haalde: "doch er zijn er meer, die haar verbeurd hebben, door op de bijeenk...."
"Dezelfde oogen," herhaalde hij halfluid, "dezelfde uitdrukking!" en hij zag naar de beeltenis der schoone Agnese Mathilde.
Toen stond ze op, deed het venster open en zag vleermuizen en uilen in den maneschijn fladderen, maar den Dood zag ze niet. "Kom binnen," zei ze halfluid, "Vriend en Bevrijder. Waarom toefdet ge zoo lang? Ik heb u gewacht, ik heb u geroepen. Kom binnen en bevrijd mijn zoon."
Menig hart begon sneller te kloppen, want de loods zou zeker tijding uit 't vaderland of Indië, misschien wel brieven voor den een of ander meêbrengen. De gesprekken namen eensklaps een andere richting, ze werden ernstig en op het dek vormden zich groepjes, die halfluid of fluisterend hun hoop en verwachting bespraken.
Met open mond staarde zij Amelia aan: zij liet de kous, waar aan zij breide, op den grond vallen, sloeg de handen in elkander en herhaalde halfluid den gesprokenen volzin, als wilde zij zich overtuigen, of zij wèl verstaan had.
"Dwaas!" antwoordde Eugenio halfluid: "is de vogel niet in de knip, en staat het niet aan ons, hem naar bevind van zaken de wieken te korten of den hals om te draaien?" "Stil!" zeide de voorzitter: "wat aanleiding tot de komst van dezen jongeling heeft gegeven, is noodeloos op dit oogenblik te onderzoeken: daartoe is onze tijd te kostbaar.
Doch zich als 't ware eensklaps bezinnende, stond zij schielijk op: "Wij zullen elkander wederzien, edele graaf!" sprak zij halfluid, maakte toen een bevallige neiging, en zich daarna snel verwijderende, liet zij den jongen Spinola aan zich zelven over, die, alsof hij uit een droom ontwaakte, haar met teedere oogen nastaarde.
"Dat het nu ook zulk naar weer is," sprak zij op eens halfluid, een deeltje van Geibels gedichten van de boekenplank nemende, "anders zou Nelly zeker eindelijk wel eens komen." Zij zette zich op de kleine sofa, en bladerde in het boek, zonder de liefelijke zangen, van welke zij anders zooveel hield, met iets meer dan een vluchtigen blik te verwaardigen.
„Meneer? ’n Mooie meneer!” grinnikte de werkman. „’k Wou om de dood niet graag zoo’n heer wezen.” „Och hij is halfsuf, laat ’m zitten, Karel; hij is toch vroeger ’n heer geweest,” zegt de kastelein halfluid, en zachter voegt hij er bij: „Hij is van voornaam komaf, maar z’n femielie is sjofel geworden net als hij zelf; ’t is ongelukkig genoeg, dat ie nou van de gift leven moet.”
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek