Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
In den regel doodt hij niet al het gevogelte, dat hij in het door hem bezochte hok vindt, maar neemt het eerste het beste dier en gaat er mede naar zijn schuilhoek; hij herhaalt echter zijn bezoek verscheidene malen in één nacht.
Ik laad twee kogels op ieder schot, dan moeten ze er uit. Ah, als u dat gelukte! Dat gelukt zeker. Dan vlug naar boven en weg uit dit hok! Oho! Dat gaat maar zoo gauw niet. Hoe zult gij er uit komen? Wij klimmen op de schouders van Omar. En hoe komen Osko en Omar er uit? Wel, wij trekken ze omhoog er uit.
De Heer NEYSSENS, één van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in éénen nacht alle de aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek bevond.
Deze had een emmertje in de hand, en een bezem, een bosje stroo en een touw onder den arm. Hij werd op het dorp meestal bij zijn voornaam genoemd en stond bekend als een grappenmaker. "Dag Dries!" riep Jan hem toe. "Zoo Jantje," zei Dries. "Jongen, jongen, wat word je toch dik in den laatsten tijd. Als je niet oppast, kun je weldra met de konijntjes door de tralies van het hok meê-eten."
Met hun vrouwen, hun kinderen en hun vee stadwaarts getogen, hadden zij in een der stadswijken een huis of onderkomen gekregen onder voorwaarde zich in geen geval over te geven. Hier leefde dat volk in een poel van drek en vuil met het vee samen als beesten in één hok. In deze wijken brak weldra een epidemie uit, waarbij de lijken der gestorvenen onbegraven in de straten en stegen bleven liggen.
Als hij uit dat hok kwam, was hij nog somberder dan te voren en een ieder ontvluchtte het bleeke gelaat van dien terugstootenden prins. En de treurige Hoogheid leed, want slecht herte is smerte. De schoone vrouwe verliet Valladolid om naar heur slot van Dudzele, in Vlaanderen, te gaan.
Bovendien laten sommige zich zonder bezwaar in een hok verzorgen, waardoor men in de gelegenheid is allerlei eigenaardigheden van deze dieren op te merken, die in 't geheel niet waargenomen kunnen worden bij die, welke in vrijen toestand in de wildernis leven. Een betrekkelijk zeer klein Afrikaansch Eekhoorntje werd een tijdlang door Pechuel-Loesche aan de Loango-kust verzorgd en nagegaan.
Ik had hem, evenals alle Roofdieren, die ik bij mij had, aan een langen ketting laten leggen, en kon mij dus ook het genoegen gunnen, hem soms uit zijn hok te laten gaan. Zoodra hij op de binnenplaats kwam, werd hij als razend, maakte dolle sprongen, rekte zich uit, trok gezichten, blies en keek woest naar alle zijden.
Bavink had 't altijd over "het einde, dat meteen 't begin zou wezen." Wij vonden dat allemaal volkomen duidelijk en weidden er niet verder over uit. Op den zolder van Kees kwamen we dien zomer bijna iederen avond bij elkaar. Kees had ook een "hok" moeten hebben. Zijn hok was 't grootste en voor allen makkelijk te bereiken. De buren vonden 't niks leuk iederen avond dat geloop op de trap.
"Vriendje! vriendje!" hernam de Raadsheer, het hoofd schuddende: "Ik zou u raden, liever te bekennen: het kon anders slecht met u afloopen. Hebt gij het hok gezien, waar Bysterus en Lindenius in gezeten hebben, die even koppig waren als gij?" "God is mijn getuige, dat ik alleen de waarheid spreek," zeide de gevangene.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek