United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen het eindelijk nacht geworden was en het tijd was om te gaan slapen, begaf de gast zich, met behulp van Joël en Hulda, naar zijn slaapvertrek en wenschte zijne vrienden op de beminnelijkste wijze goedennacht. En nauwelijks had hij zich op het bekende bed, voorzien van spreuken, uitgestrekt, of hij sliep in en genoot een weldadige rust.

Als men het tot op korten afstand nadert, is het ook wel driest genoeg, zelf nader bij den rustverstoorder te komen en dezen met een onbeschrijfelijke onbeschaamdheid aan te kijken, alsof het wilde onderzoeken, wat deze ongenoode gast hier eigenlijk te maken heeft. Meer dan eens is het gebeurd, dat dit stoutmoedige dier zelfs den mensch aangevallen en eerst na langen strijd losgelaten heeft.

Erec vindt het meisje hoe langer hoe liever en de vader vertelt met naieve trots hoe velen haar al gevraagd hebben, maar zij is zo schoon dat hij haar niet geven wil tenzij er een echte koningszoon komt die haar hebben wil. Nu maakt de gast zich bekend als Erec, de zoon van koning Lac, een der ridders van de Tafelronde en vraagt dat de dochter morgen bij het toernooi zijn dame moge zijn.

Tha skilun tha falxa prestera wêi fâgath wertha fon irtha. Wralda his gâst skil alomme ånd allerwêikes êrath ånd bihropa wertha. Tha êwa thêr Wralda bi-t anfang in vs mod lêide, skilun allêna hêrad wertha, thêr ne skilun nêne ôra mâstera, noch forsta, ner bâsa navt nêsa, as thêra thêr bi mêna wille kêren send. Thån skil Frya juwgja ånd Irtha skil hira jêva allêna skånka an tha werkande månnisk.

Vrouw Hansen meende dan ook, dat het gepast was den zoo algemeen geachten gast te zeggen, toen zij hem onder haar dak ontving, dat zij zich zeer vereerd gevoelde hem huisvesting te kunnen verleenen. »Ik weet niet of u dat eer aandoet, vrouw Hansen," antwoordde Sylvius Hog, »maar wel weet ik dat het mij genoegen doet hier te zijn."

Drie dagen en drie nachten bleef Don Quichot bij Roque Guinart te gast, en de hoofdman had al dien tijd overvloedig stof tot lachen. Toen hij den dolenden ridder eindelijk moe werd en ook de dag naderde, waarop Don Quichot in Barcelona moest verschijnen, ging hij met dezen op weg en bracht hem en den schildknaap tot dicht onder de muren van de stad.

»Wanneer gij mij met u neemt, zoo laat Rhodopis hier niet alleen achter. Dat zij met ons trekke! Zij is zoo goed, en heeft mij zoo innig lief, dat zij dan alleen gelukkig kan zijn, als zij mijne dierbaarste wenschen vervuld ziet." »Zij zal de eerste gast in ons huis zijn!" »Wat zijt gij goed! Thans ben ik volmaakt tevreden en gerust. De goede vrouw heeft mij zoo noodig!

"Ik heb volstrekt niets tegen u, mijnheer Méré; integendeel, ik mag u wel lijden, en ik zal steeds verheugd zijn u te mogen zien, hetzij dan als huurder of als vriend!... Kijk, wij wachten juist heden avond eenige personen ten eten..... Als gij wilt, wees dan ook onze gast!..." "Neen, dank u, mijnheer!" antwoordde Cyprianus koel. "Ik heb mijne brieven vóór het vertrek van de post nog te sluiten."

HERODIAS: Daar zijn anderen die te veel naar haar zien. HERODES: Zijn vader was een koning. Ik heb hem uit zijn koninkrijk verdreven. En van zijn moeder, die een koningin was, hebt gij eene slavin gemaakt, Herodias. Dus was hij hier als het ware mijn gast. Daarom had ik hem hoofdman gemaakt. Ik betreur het dat hij dood is... Maar waarom hebt gij het lijk hier gelaten? Brengt het weg van hier.

In Griekenland is een gast al spoedig een vriend, en schier altijd is de ontvangst van dien aard, dat zij de aangenaamste herinneringen achterlaat.