Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Als gij met mij naar het bierhuis wilt gaan, kom dan; zoo niet, dan zijt gij een Hebreër, een Jood, en niet waard een Christenmensch te heeten. FLINK. Waarom? LANS. Omdat gij niet zooveel christelijke liefde in u hebt, dat gij een christenmensch een glas bier gunt. Wilt gij gaan? FLINK. Tot uw dienst. Aldaar. Een kamer in het paleis. Proteus komt op.
Indien sprak Selim, de edele dochter van den Goeverneur mij nu en dan het genoegen van haar bijzijn gunt, dan ben ik voorzeker niet bevreesd dat het verblijf mij lang zal vallen. Maar ik hoor u van de residentie spreken; gij kent die toch, wil ik hopen? Ik ben nog nooit in Agra geweest? luidde het antwoord.
Na eene lange wijl de oogen met nijdigen blik op Robrecht te hebben gehouden, zeide Disdir tot Burchard: "Gij ziet wel hoe hij u ontwijkt. Nauwelijks gunt hij u eenen korten groet, en vervordert zijnen weg, schier zonder u te bezien." "Neen, neen", antwoordde Burchard, "ik ken Robrecht beter ... Daar keert hij reeds zijn paard om tot ons te komen."
Welk een troost in allen nood, Welk een roem in alle schande, Waar we, trouw tot in den dood, Vallen als eene offerande! Maar hoe zelden gunt ons 't lot, Grootsch te lijden, grootsch te sneven, Met den gloriepalm tot God Als een aadlaar op te zweven! Ach, hoe pijnlijk, dag aan dag Vaster in den strik gesparteld, Niet te vallen door één slag, Maar door naalden doodgemarteld!
Wanneer men een tuin goed schoon houdt, en dus aan het onkruid den tijd niet gunt om te bloeien, allerminst om zaad voort te brengen, zal men er ook gaandeweg minder last van krijgen, maar geheel vrij van onkruid komt men toch nooit, daar voortdurend zaden door den wind, ook door de vogels, van elders worden aangevoerd.
De groote brokken, die over het rif verspreid en opgehoopt zijn op het strand, waaruit de hooge kokosboom ontspruit, spreken duidelijk van de onbuigzame kracht der golven. Ook gunt de zee het land geen tijd van rust.
Nu en dan kunt ge, soms maar door een smal steegje, een blik werpen op de breede rivier, wier dansende golfjes schitteren in het zonnelicht, of laten de huizen en tuinen eene ruimte open, die u een vrijer en wijder blik gunt op de veel bezongen Zaan.
En kwaad is er immers niet bij, anders zou de juffrouw op school ook geene sprookjes vertellen. Wat is het toch naar, dat Moeder mij dat onschuldige plezier niet gunt. Wat ben ik toch eigenlijk een ongelukkig kind. "Kom, laat ik maar troost zoeken in mijn boek. Waar ben ik ook gebleven? O, ja, 'k was juist met 'De drie wenschen' begonnen.
Toch blijft hij de kunst-minnende vriend Wolf, want, bestoft van de reis, gunt hij zich rust noch verfrissching, en gaat naar de gothische cathedraal, de Münster, kijken; die hij als grootsch bouwwerk heeft hooren roemen en als smaakloos wangedrocht heeft hooren bespotten.
Onze uithuizigheid, ons leven op publieke plaatsen, ons rusteloos jagen naar allerlei soort van genot, dat ons vreemden maakt in eigen woning, was onzen vaderen geheel en al onbekend; en bij al hun vlijt en onvermoeide arbeidzaamheid was hun evenzeer onbekend die koortsige opgewondenheid, die hartstochtelijke drift, die overprikkelende, bedwelmende roes, die ons geslacht heeft bevangen, die wervelende maalstroom waarin wij leven en die ons, ook als de uiterlijke arbeid stil staat, toch innerlijk geene ruste meer gunt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek