Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Twee wit-en-groene kapellen fladderden om hen rond; in den pereboom in den hoek van den tuin begon een merel te zingen. Doet het u plezier mij ontmoet te hebben, Mr. Gray? vroeg Lord Henry, hem aanziende. Ja, nu wel. Zal ik het altijd blijven? Altijd! Dat is een verschrikkelijk woord. Ik krijg een huivering als ik het hoor. Vrouwen gebruiken het zoo dikwijls.

Hij had zijne bloem uit het knoopsgat genomen en rook eraan, of deed alsof. Wat beteekent dat? riep Hallward eindelijk. Zijn eigen stem klonk hem schril en vreemd in de ooren. Jaren geleden, toen ik nog een jongen was, begon Dorian Gray, de bloem in zijn hand verkreukelend, leerde je mij kennen, vleide je mij en leerde je mij trotsch te zijn op mijn mooi gezicht.

Jij, door je rang en rijkdom, Harry; ik, door mijn hersens en kunst, wat die dan ook waard zijn; Dorian Gray, door zijn mooi gezicht, we moeten allen lijden door wat de goden ons geven, verschrikkelijk lijden. Dorian Gray? Heet hij zoo? vroeg Lord Henry. Ja, zoo heet hij. Ik was niet van plan het je te vertellen. Waarom niet? O, ik weet het niet. Als ik veel van iemand hoû, zeg ik nooit zijn naam.

O, herinner mij daar niet aan! riep Dorian Gray. Onze gastheer is niets aardig van avond, antwoordde de hertogin met een kleur. Ik geloof, dat hij denkt, dat Monmouth mij alleen getrouwd heeft om het beste exemplaar te bezitten van een moderne kapel. Nu, ik hoop, dat hij u niet met spelden zal prikken, lachte Dorian. O, dat doet mijn kamenier al, als ze boos op mij is.

Ik haat ze daarom! riep Hallward uit. Een artist moet mooie dingen scheppen, maar er niets van zijn eigen leven in leggen. We leven in een eeuw waarin kunst als een soort autobiografie beschouwd wordt. Wij hebben het abstracte idee van schoonheid verloren. Eens zal ik de wereld toonen wat dat is, en daarom zal de wereld ook nooit mijn portret van Dorian Gray zien.

Hij huiverde, hoewel de atmosfeer van de kamer stikkend was, en zag op de klok. Het was twintig minuten voor twaalven. Hij legde de doos weêr weg, deed de deuren van de kast dicht, en ging naar zijne slaapkamer. Terwijl het twaalf uur sloeg met heldere, bronzen slagen, sloop Dorian Gray, in een oud, ruw pak met een bouffante om den hals, stil zijn huis uit.

Toen zij binnenkwamen zagen zij Dorian Gray. Hij zat voor de piano, met zijn rug naar hen toe en hij bladerde in een deel van Schuberts Waldscenen. Je moet ze me leenen, Basil! riep hij uit. Ik wil ze leeren, ze zijn allerliefst. Dat zal er heelemaal van afhangen hoe je vandaag pozeert, Dorian!

Ik geloof, dat je ongelijk hebt, Basil, maar ik wil niet met je kibbelen. Intellectueel verloren is iedereen, die redeneert. Zeg eens, is Dorian Gray erg op jou gesteld? De schilder dacht even na. Hij houdt van me, zei hij toen; ik weet, dat hij van mij houdt. Natuurlijk vlei ik hem vreeselijk. Ik vind er een vreemd genoegen in hem dingen te zeggen, waarvan ik later spijt heb.

Ik verzeker je, dat wij middelmatigheden niet kunnen uitstaan. Wij vrouwen hebben lief met onze ooren, zooals jullie mannen liefhebt met je oogen, als jullie tenminste ooit lief hebben. Ik geloof, dat wij nooit iets anders doen, murmelde Dorian. O! maar dan zal u nooit werkelijk liefhebben, Mr. Gray, antwoordde de hertogin met grappige treurigheid. Mijn lieve Gladys! riep Lord Henry.

Wie woont daar? vroeg de oudste der twee heeren. Meneer Gray, meneer, antwoordde de agent. Zij zagen elkaâr aan en liepen verder, een trek van minachting op het gelaat. Binnen stonden de half gekleede bedienden bij elkaâr en fluisterden zacht. De oude Mrs. Leaf schreide en wrong de handen. Francis zag zoo bleek als een doek.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek