Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Weldra was het volk in groote menigte naar de Markt gestroomd. Grammoedig vroeg de keizer aan de twee burgemeesteren, of zij niet verdienden gehangen te worden, om aldus te kort te komen aan den eerbied, den vorst verschuldigd.
Inderdaad, de vogel, een distelvink, vloog het venster uit, tjilpte blijde in de vrije lucht, en steeg als een pijl naar omhoog. Dan ging hij op een perelaar zitten, waar hij zijne vleugelen streek en zijne pluimen schudde en grammoedig, in zijne vogeltaal, Uilenspiegel allerlei verwenschingen naar het hoofd stuurde.
Men zal u, ganschelijk naakt, schrijlings zetten op den rug eener doodkist, scherp als het lemmer van een mes, en dan zult gij belijden dat gij geene uitzinnige zijt, maar een tooveres, door Satan betaald om den edellieden last aan te doen. Drinken! Hans, mijn beminde, sprak Katelijne opnieuw, wees niet grammoedig jegens uwe dienares; ik lijd duizenden pijnen voor u, mijn heer en meester!
Mijn jongen, zei Lamme, die minder strijdlustig werd, hij gaat ons in 't water smijten. Wel, laat er u in smijten, sprak Uilenspiegel. De dikzak wordt benauwd, zei de menigte werklieden en vrouwen en kinderen. Lamme, altijd op zijnen ezel gezeten, keerde zich naar hen toe en bekeek ze grammoedig, maar zij jouwden hem uit.
Maar Katelijne hield altoos het peerd bij den teugel en sprak: Verlaat mij niet; ik heb zoo bitter geweend om uwentwille. Zoete nachten, mijn welbeminde, sneeuwen kussen en ijskoud lichaam. Hier is het kind. En zij wees naar Nele, die hem grammoedig bezag, want dreigend had hij de karwats naar Katelijne opgeheven. Maar Katelijne sprak schreiend: Ha? zoudt gij u niet meer herinneren?
Ik heb voor God gezworen: ik verbreek mijnen eed, mijn man, mijn arme man! dikwijls ben ik gekomen zonder u te durven naderen; eindelijk stond de matroos het mij toe: ik verbond uwe wond, gij herkendet mij niet; maar ik heb u genezen, wees niet grammoedig, man!
Bout en lever riekend, beklom hij den berm. Daar ging hij nabij den man op zijn achterste zitten, krabde aan zijn wambuis, om beetjes te vragen, doch de man stiet hem terug met den elleboog, en zuchtte erbarmelijk met den bout omhoog. De hond jankte uit begeerlijkheid; en de ezel, grammoedig omdat hij, ingespannen, de distelen niet kon bereiken, begon te balken.
Vermits de ongehuwde staat zoo volmaakt was, bezwoer hij ons in denzelven te blijven: wij zwoeren, dat wij ons nimmermeer zouden laten trouwen.... Behalve door hem ... zei Lamme weenend. Zwijg toch, zeide zij grammoedig. Komaan, sprak hij, voltooi uw werk: gij hebt mij een harden slag toegebracht, ik zal hem niet overleven. 't Doet, zeide zij, zoo ik altijd bij u blijf, man.
Luister, zeide zij, wees niet grammoedig, ik zal u alles bekennen: wetende dat al de monniken mannen Gods zijn, vertrouwde ik mij aan een hunner; hij heet broer Cornelis Adriaensen. Toen Lamme dit hoorde, riep hij uit: Wat, die smerige paap, wiens mond een rioolgat was, vol drek en vol modder, en die steeds dorstte naar het bloed der hervormden!
De jonge snaak was grammoedig en vroeg: Wat wilt gij zeggen? De zaadkorrels zeggen, antwoordde Uilenspiegel, dat zij u wenschen een gelukkig huwelijk en een vrouw, die u geen Vulcanus-hoed opzet. Kent gij dat hoofddeksel? Vervolgens sprak hij op den toon van een zedenpreeker: Want de vrouw die een godspenning geeft op den huwelijkskoop, geeft naderhand heel de waar aan anderen weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek