Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
De redenaar was een man met grijze haren; er lag in zijn schoon en indrukwekkend gelaat een toon van ernst en goedheid, van overtuiging en liefde, die liet vermoeden, dat deze grijsaard het onderwijs der kinderen beschouwde als eene soort van priesterschap. Op stillen, doch diepgevoelden toon begon hij zijne aanspraak.
In de hand hield hij den meeldraad van een lotosbloem als koningsstaf. Alle aanwezigen waren vol stillen lof over zijn goedheid. Hij had het maanlicht in de duinen geroemd en gezegd dat de glimwormen hier bijna even schoon waren als de Oostersche vuurvliegen. Ook had hij met genoegen naar de wandversiering gekeken en een mol had zelfs opgemerkt, dat hij goedkeurend met het hoofd had geknikt.
"Vergeef, dat ik u in de rede val;" zei Rebekka zachtjes; "ik ben een meisje, niet geleerd genoeg om over mijn godsdienst te redetwisten, maar daarvoor sterven kan ik wel, zoo het Gods wil is. Heb de goedheid mij te antwoorden op mijn verzoek, om een kampvechter te mogen stellen."
Nee, hij behoefde zich niet te bekrimpen, maar zou het nú uit overgroote goedheid willen doen, om.... een ouden man te believen. Zeg, zou je dan willen August, dat ik je tóch voor een zwak en niet te vertrouwen mensch hield!? Hoe! Mijn rots, mijn rots....!!" Zij vliegt op hem toe en omhelst hem in vervoering: "Mijn schat in dit leven! Nee nee dat wil je niet!"
En de Natuur wil voor niets of niemand iets van hare goedheid achterhouden en hare genietingen hangen zoo maar voor 't pakken in de lucht. Zij is eenvoudig als een kind en goed als eene moeder, en wat zij geeft gaat tot in het leven van de ziel. Dat is de
"Ja, ja, er zit wel wat in die kinderen van diezelfde Juffrouw Pieterse!" zou dan deze of gene de goedheid hebben te antwoorden. En zoo-iets hoort men graag. Dáárom kreeg juffrouw Laps ditmaal haar zin. Maar... Fancy? Preutsch was ze niet! Dat verloochenen van Femke vond zy èrger!
Die afslyting komt nog veelvuldig voor; b. v. 's Heeren goedheid; 's prinsen beleid; 's mans berou; voluit: des Heeren goedheid, of de goedheid van den Heer; het beleid van den prins; het berou van den man. Zoo ook Swolfs, 's Wolfs, des Wolfs zoon, of de zoon van den man die Wolf heet.
"O ja! mijn waarde Juffrouw!" antwoordde zij: "het is een uitnemend schoon werk: en mijn oom heeft de goedheid gehad er een exemplaar van voor mij te koopen." "Zoo! dat is goed. En hoe maakt het uw Heer oom? Wèl? Dat verblijdt mij hartelijk. En hoe maakt gij het zelve, lieve Jetje? Mij dunkt, niet zoo wel, als toen ik u de laatste reize zag."
Al is hervonden voor een wijle, geloof en kennis, weer weet ik, hoe alles goed is wat is, om Godswil. Van uit uw doodsrust beweegt ge dan de leevenden van uit uw zaligdom zendt gij de roozen uwer goedheid nog. Met zacht verwonden windselen stelpt gij mijn bloeden, liefelijk omstrengelen de melodieën mijne ziel.
"Zal de groote hetman zich verwaardigen, mij aan te hooren?" zei de grijsaard, terwijl hij deze woorden deed vergezeld gaan van een eerbiedigen blik, die met den nederigsten groet gelijkstond. De goedheid van den grooten hetman ging zoover, dat hij met zijn blanke hand naar een plek in den hoek van het terras wees, waar de muzikant kon gaan zitten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek