Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


Ze was te wege Goedele vóor, om haar de deuren te openen. Ze mummelde gestadig en schudde haren witten kop, tenden raad. Ze keerde zich dan haastig omme en blikte zonder overgang vlak in Goedele's oogen, en ze vroeg: Wilt gij Romaan overhalen? Ze beweerde dat Goedele het zonder moeite bekomen zou. Romaan sprak alle avonden van haar. Zij zou hem dadelijk tot zijn schoon verstand brengen.

Leun op mijnen arm, zei hij. Hij sprak heel lage, gewichtig en daardoor was zijn nadering, in Goedele's hoofd, een diepzinnige gebeurtenis. Haar ongeduld zakte thoope en ze voelde een groote aandoening over haar komen. Aarzelend hief ze hare hand op en rustte op zijnen arm. Ze kon niet doorwegen erop.

Ze overdreef hare vriendelijkheid en hij, overgelukkig, pronkte in 't genot van zijn man-zijn, zijn meester-zijn. De plotselijke omdraai van Goedele's handelwijze was bij hem gauw begrijpelijk geworden en, in naïeven overmoed, schreef hij nu de verandering toe aan zijn eigen geduld en karaktervastheid. Hij stapte nevens haar en voelde zich groot en sterk.

Hij voelde Goedele's hand op zijnen schouder rusten en dat deed hem zachte deugd. Goedele en verwijlde niet lange bij hem. Al trof ze nu een teer-lijdelijk herte, al trilde in het kille huif een snare van goede aandoening, ze kon niet zoo seffens aansluiten met vader. Vader was, met al de rest, verre verwijderd van haar innige leven en ze bekeek hem van verre.

Maar een huizeken in hout, een beiaard daar in, en een vrouwken en een manneken, alles schoone ingewikkeld, jongen hebt ge dat al ievers gezien? Neen ik, zei Alfred. He wel! ik hebbe er zoo een! Alfred staarde naar Goedele's vingeren, die om een zilveren lepelken verduldig werkzaam waren. Ik hebbe er zoo een, herhaalde Albien, al duwend in Alfred's leên.

Zou hij op dees oogenblik kapot gaan? Hij grabbelde achterwaarts naar den muur om steun te vatten. Hij kon zijne oogen van Goedele's hand niet krijgen, die, gebiedend, naar de hooge deur der leege zalen wees. Hij zeeg lijk een vodde thoope en zijn asem wilde uit zijn kele niet. Hij snakte.

Te gare rokken zich hunne spieren en de struische drift steeg in hunne leden, met den rapperen klop van hun bloed. Goedele's lippen taakten zijne lippen en een warme nattigheid baadde hare oogen. Ze stamelde: Hebt ge mij nog lief ... nog ganschelijk lief? Eeuwig.... Hunne wimpers trilden en vielen toe.... Dus was weergekomen, zonder genade, de heerschappij van hunne liefde.

Ze tuurde sprakeloos naar de koffiekanne en het tinnen melkpotje en de witte teelkens en koppekens, die daar ondereen in 't noesche licht te klateren stonden en naar Goedele's vingeren, die verduldig werkzaam waren eromme. Ze liet een peinzende stilte vallen en wachtte tot het geluchte langs hare woorden voordeelig werd.

De boomen legden lange schaduwen over de baan, en de barmen ook hieven zich donkerend op tegen den purperen hemel. Voor de eerste maal welde in Sebastiaan de aandoening van zijne liefde brandend op. Hij werd zenuwachtig en de taking van Goedele's handen deed heete lochten walmen naar zijn hoofd.

Voorzichtig tort iemand langs de trap naar boven, en ging Goedele's deure voorbij: door de splete herkende zij Rik. Hij stapte gebukt door en trachtte 't gestraal der keerse, die hij droeg, met vreesachtige vingeren weg te bergen. Ze hoorde dat hij de leege zalen binnenging. Deze leege zalen bezocht nooit iemand. Om de maand werden ze schoongeschuurd en verlucht.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek