United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rap stak ze een keerse aan en kleedde zich uit maar, als ze haar witte lijf in den spiegel heel weelderig zag opbleeken, rilde ze. Ze vreesde haar onmachtig vleesch en 't klaterde daar in de schuinsche vlam van de keerse zoo rijkelijk.... Ze spoedde zich. Ze kroop in haar bedde, blies 't licht uit en bracht huiverig de frissche lakens over hare schouders.

Voorzichtig tort iemand langs de trap naar boven, en ging Goedele's deure voorbij: door de splete herkende zij Rik. Hij stapte gebukt door en trachtte 't gestraal der keerse, die hij droeg, met vreesachtige vingeren weg te bergen. Ze hoorde dat hij de leege zalen binnenging. Deze leege zalen bezocht nooit iemand. Om de maand werden ze schoongeschuurd en verlucht.

Top! zeide daarop de groote duvel: zoo ezeid zoo edaôn: het duvelken springt in een wip voor den Prior op de tafel, waôrvoor hum bij de keerse te lezen zat, en maôkt honderd kromme sprongen vlak voor zijn neus; maôr het raôkte den Prior niet eenemaôl aan zijn kouwe kleeren: het duvelken weêr van voren of an: maôr wat zeit toen de Prior?

Wieze legde dan de twee bemels in de wiege en ze ontstak de keerse voor 't lieve-Vrouw-kapelletje; Jan kwam ook in huis en ze sloten de deur en lieten de wijde eenigheid en den avond buiten. Geknield en stil lazen zij hun gebed.

Een ander durft zeggen: 't is die geus, die op dien waterpot zit, op den hoek van de straat: "Er is geen God, geen eeuwig leven, geene verrijzenis des vleesches, geen eeuwige verdoemenis". "Men mag, zegt die andere ginder, men mag doopen zouder zout, zonder vet, zonder speeksel, zonder duivelbezwering en zonder keerse". "Er is geen vagevier", zegt een ander. Geen vagevier, goede lieden!

Ze meende dat hare hersens uiteenspatten zouden. In haar nekke vliemde een borende smette en tot door hare lenden woog haar onverdragelijk leed. Ze vroeg zich af: Wat is 't? Zij en vatte niets. Zij en kon hare zinnen niet bijhouden. Ze zag gedurig Rik zijn verwrongen gelaat, en de keerse, die er witte vlekken op kletste. Ze wilde slapen en alles licht opnemen, lijk een gewone gebeurtenis.

Buiten gingen altijd benden dronken lotelingen voorbij al tierend. Ivo kwam thuis. Hij zag zijn wijf en de jongens in kring op den vloer bij die deemstering; hij nam de muts af en en kroop stil achter de deur in bed. Dille bezag hem. Sint-Josef, nu kunnen we u geen keerse branden, w'en hebben geen geld maar morgen koopen wij ze. Daarmede was 't uit.

Haar venster stond nog open en 't vrije geluchte joeg in breede vlagen ommentweer. Ze belook de ramen en huiverde een endeken. De keerse stak weldra een rustig vlammeken omhooge en wierp schier roerlooze schaduwen tegen de muren. Het bedde stond hagelblank en vouwrijke gordijnen vielen erlangs, doorzichtig in 't gele uitspattende licht.

Daar waren dwergen van vleesch en beenderen, met hagedissteerten en kikvorschkoppen, met eene lanteern op het hoofd, die 's nachts op de schouders van de dronken voetgangers of vreesachtige reizigers springen, en, hunne lanteern zwierend, hen leiden en brengen naar sompen of spelonken, terwijl de arme verdwaalden meenen dat die lanteern de keerse is, die flikkert in hunne woning.

Duvelken! zeit hum: ik beveel oe, houdy mijn keerse vast: en het duvelken was zoo veraltereerd en perflext, dat hum de keerse oet den kandelaôr nam en den Prior lichtte. Nu liep de keerse sterk of en het smeer droop het duvelken op de vingers, zoodat hum wel ebulkt en ekreten zoude hebben, maar hum dorst niet om den Prior.