Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Ik zit amechtig op een stoel voor de Restauratie op den Neroberg. Mijn hoed weent innerlijk tranen van medelijden over mijn dwaasheid om bij een dergelijke temperatuur dien berg te beklimmen. Mijn voorhoofd glinstert als ware het met diamanten bezet, mijn zakdoek wischt ze weg, te vergeefs; de zon doet telkens nieuwe ontstaan. Daar nadert iemand, ik herken hem, 't is een kurgast evenals ik.
Dan zal er de zanger zijn die der dagen volheid doorproefde en om de nachten zingt. Het klagen is om het zijnde. Hoor, hier in het middene komen de roepen der regenfluiters alle samen, en staat het bosch te parelen onder de onzienlijke togen van het geluid. Het stronkige akkermaalshout glinstert boven de rooie molm der aarde.
Somtijds weer is het, alsof aan den oever der rivier door een of andere wonderbare macht met kwistige hand een overvloed van edelgesteenten is rondgestrooid; daar blinken in allerlei heerlijke schakeeringen agaat, smaragd en turkoois; daar glinstert de teergekleurde amethyst, daar flonkeren robijnen, en men zou zweren, dat de bodem bedekt was met een mozaïek van diamanten en edelgesteenten.
Wat glinstert daar? Ook een aardigheid. 't Is een groot blad papier, met een glas er voor, en een bruin lijstje er om. Op dat papier zijn vijf silhouetten geplakt.
God is in den hemel, de koning zit op zijnen troon en de zonne glinstert ginder aan 't uitspansel; maar ik ben God en koning en het licht, daar ik zoo dicht bij u wezen mag! O, dat haar is zachter dan zijde! Nele, ik ben ruw en wild, doch wees zonder vreeze! Die lieve voetjes! Hoe komt het, dat zij zoo wit zijn? Pleegt gij ze te wasschen met melk? Zij wilde opstaan.
"Ik wist op 't oogenblik niets anders te zeggen, omdat, omdat nu, omdat ik geen woorden had om te zeggen, hoe mooi ik 't vond..." Met kracht vliegt het onstuimige bloed den jongen kunstenaar naar 't hoofd en kleurt zijn wangen; het tintelt en glinstert in zijn oogen; hij wil iets zeggen, maar hij kan niet, 't is hem alsof zijn keel wordt dichtgeschroefd.
Een kleine lantaren brandt aan den voorsteven, terwijl lichtblauwe wolken van wierook van den achtersteven opstijgen. Hearn schrijft: "Langs alle kreken, rivieren en kanalen gaan de spookachtige vloten flikkerend naar zee; en de geheele zee glinstert over den geheelen horizon van de lichten der dooden, en de zeewind is welriekend door het wierook." Er is een pathetische bekoring in dat feest.
De keizer deelt, zonder zich bekend te maken, mede in welk een verlegenheid hij zich bevindt en vraagt huisvesting voor den nacht. Bij den klank zijner stem ontroert de man hevig. Hij laat den keizer binnentreden. Een jonge vrouw zit op een laag stoeltje en wiegt een kind op haar knieën. Als zij den keizer ziet, glinstert haar donker oog en wordt haar gelaat wit als marmer.
"Welk devies voert hij op zijn schild?" ging Ivanhoe voort. "Iets, dat naar een ijzeren staf gelijkt, en een hangslot, dat in blauwe kleuren op het zwarte schild glinstert." "Een slot en boeien op een blauw veld," zei Ivanhoe; "ik weet niet, wie dit wapen draagt; maar ik weet wel dat het thans het mijne kon zijn. Kunt gij het devies niet onderscheiden?"
De zee glinstert van het licht der gestorven geesten, en van over de golven komt het geluid van geesten, die samen fluisteren. Geen sterfelijk wezen zou er een oogenblik aan denken, te midden van een zoo heilig gezelschap zee te kiezen; immers dien nacht behoort de zee de dooden toe; het is hun lange weg naar het rijk, waar Emma-O oppermachtig regeert.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek