Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Zoodanig, spot de schrijver, waren «de goede zeden reeds verbasterd door de goede regeering der FranschenDe kapitein der Binders was N. de Witte, van Beveren. Geholpen door eenige gezellen, vermoordde hij den 2 Mei 1796, bij de herberg la Belle Hôtesse, eenen landbouwer van Mater: J.-B. de Gezelle. Twee maanden nadien werd de schurk gevangen genomen door Frans Goeminne en eenige andere boeren.

Ik herken hem, ook al kloofde ik hem! Didoneel! O, jonkvrouwe, van Tafel-Ronde was Didoneel ook mijn gezelle, als mij Mordret was! Barmhartige God van Hemelrijk, ik versloeg heden twee mijner gezellen en ridderen van mijnen Koning Artur van den Lande van Logres en zij waren feloenen en meineedig aan eede van ridderschap!

Op het schouwblad stond een marmeren borstbeeld van Guido Gezelle. Er boven hing een oud tafereel van Giorgione, de Heilige Magdalena bij het Kruis. Lange uren zat hier pastoor Doening. Hij deed veel aan Vlaamsche literatuur en toetste de troebele opkomst der Vlaamsche letteren aan de fijne kritiek van zijn onfeilbare zinnen.

Guido Gezelle, Loquela, Rousselaere, 1881 en vervolgens. L. L. De Bo, Westvlaamsch Idioticon. Brugge, 1873. J. Soutendam, Een wandeling langs Delfts straten en grachten. Delft, 1882. J. P. Blok, Eene hollandsche stad in de middeleeuwen. Leiden, 1883. J. Ter Gouw, Amsterdamsche kleinigheden. Amsterdam, 1864.

De warmte was weldadig en werkte deugdelijk op hen in. Soms was er een heele lange stilte, waarin dan niets te hooren was, dan het frutselen van den regen op de ruiten. En in zulke stilte, als uit een fluweelen keel, droeg de pastoor een dichtstuk van Gezelle voor.

Ze waren een tijdlang vrienden geweest, en deze vriendschap had niet weinig bijgedragen tot de organische ontwikkeling van Doening's gevoeligheid. Toen Gezelle stierf, bleef hij lang denken aan den witten dood van Renildeken; want met Gezelle verloor hij, op een andere schaal van zijne kultuur, het eender iets dat hij met Renildeken verloren had. Hij ging gaarne om met de menschen.

Andere riepen hem het hobbelige voorhoofd van Gezelle vóor den geest, in de dagen van passie en verslagenheid. Hij dacht er dikwijls aan en hij was bang dat, al indringende langs dien sentimenteelen weg, hij eens de klare waarheid zou raken, die een ontgoocheling moest zijn. Op een schoonen Junidag kwam mijnheer du Bessy bezoek brengen aan pastoor Doening.

Het witte hoofd van Gezelle heerschte er stille en volmachtig, en pastoor Doening boog over de blanke boeken zijn zilverig haar, waarlangs het gaslicht blikkerde. Het was niet verre van middernacht, als hij zijn bril neerlegde en opstond om slapen te gaan. Hij stak de hooge kaars aan en trad langzaam de trap op.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek