Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Driesch of dries is een zuidnederlandsch woord, dat in verschillende gewesten eene eenigszins verschillende beteekenis heeft. Meestal beduidt het een met gras begroeid stuk land, waar op boomen staan en waar het vee zynen vryen loop heeft. Zie De Bo, Westvlaamsch Idioticon, op het woord dries. Men vergelyke ook den geslachtsnaam Optendrees, in § 96.

In de Aanteekeningen van HOEUFFT, op de Friesche spreekwoorden, en omtrent de naamsuitgangen van plaatsen, in het Idioticon van WASSENBERG, en soortgelijke stukken meer, vindt men hier en daar belangrijke opmerkingen verspreid.

Was men bij het bouwen van een huis in Friesland zoover gevorderd, dat men de daksparren met pannen dekte, dan gaf men het pannenbjiar, vergel. de Zeeuwsche uitdrukking te biere gaeë, zie ook De Bo, West-Vlaamsche Idioticon, bl. 127. Over het Limburgsche huulbeer is gesproken, zie bl. 263.

Deze beide laatste namen komen meest in de vlaamsche gewesten voor. Zy vertoonen niet slechts eene verouderde spelwyze, maar tevens eenen byzonder-vlaamschen en byzonder-frieschen form van dit woord. Zie De Bo, Westvlaamsch Idioticon op het woord koekoek, koekuit. De jeugd in Friesland zingt nog een rijmke, dat begint alzoo: »Koekuut! de broek uut.", enz.

Wassenbergh, Idioticon, en Epkema, Woordenboek. Een der merkteekenen van onderkenning schijnt in het aanleggen der turven aan den haard geweest te zijn, leggende de een het vuur boven en de ander hetzelve onder.

Men zie de Bo's Westvlaamsch Idioticon op het woord »ijspeerd." De geslachtsnaam Eyspaart behoort dus eigenlik niet tot de namen aan diernamen ontleend, maar veel meer op bl. 366 te zijn vermeld. Maliepaart zal wel het zelfde zijn als het oud-vlaamsche woord male peerd, dat verklaard wordt als: »Cheval Malet, l'Equus sarcinarius dont parle Carpentier, Suppl.

Guido Gezelle, Loquela, Rousselaere, 1881 en vervolgens. L. L. De Bo, Westvlaamsch Idioticon. Brugge, 1873. J. Soutendam, Een wandeling langs Delfts straten en grachten. Delft, 1882. J. P. Blok, Eene hollandsche stad in de middeleeuwen. Leiden, 1883. J. Ter Gouw, Amsterdamsche kleinigheden. Amsterdam, 1864.

In den omvang, waarin wij U de taal hebben voorgesteld, is dit niet wetenschappelijk mogelijk; onze arbeid zoude eerder een Friesch idioticon, dan eene grammatica, opleveren. Doch van waar zullen wij dit historisch onderzoek beginnen?

Zuid-Nederland heeft in het opteekenen der idiotismen meer ijver en belangstelling getoond dan Noord-Nederland. Wij kunnen hier wijzen op het omvangrijke Algemeen Vlaamsche Idioticon van Schuermans, op het Westvlaamsche Idioticon van De Bo, op het tot een Idioticon omgewerkte Gezelle-tijdschrift Loquela.

Woord Van De Dag

flakons

Anderen Op Zoek