United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is b.v. wel gebeurd dat er zwermen terecht kwamen in een huis onder de daksparren: zij bleven dan door veel geslachten heen ongemoeid.

Eigenlijk verschillen van deze groep de kaboutermannetjes, ook wel boezemannen en kobolden geheeten. Zij zijn aan het huis gebonden en vertoeven meestal in de daksparren. Hulpvaardig staan zij den boer in het ploegen van het land, den molenaar, den timmerman enz. in al hun bezigheden ter zijde. Boekenoogen, van de klabouters of nachtwerkertjes had.

Iedere soort kiest hiervoor een schuilhoek, die zooveel mogelijk beschut is tegen den invloed van het weder: holen, keldergewelven, warme daken, daksparren in de nabijheid van schoorsteenen en dergelijke. Hier vindt men ze, aan de achterpooten hangend en dicht opeengedrongen, dikwijls bij honderdtallen verzameld.

En denk eens aan de kooplui zelf, met een ervaring van soms twintig jaren, die een grooten mond hadden dat geen nikker hen ooit te pakken zou krijgen; en nu versieren hun hoofden de daksparren van de kanohuizen.

Een lentegebruik, ten deele christelijk gekleurd, leeft ten slotte nog in het steken van gewijde en niet-gewijde palmtakjes achter de daksparren, in de schuur, in het woonvertrek, in den akker enz., en dat gebruik is over geheel Nederland en België verspreid.

Was men bij het bouwen van een huis in Friesland zoover gevorderd, dat men de daksparren met pannen dekte, dan gaf men het pannenbjiar, vergel. de Zeeuwsche uitdrukking te biere gaeë, zie ook De Bo, West-Vlaamsche Idioticon, bl. 127. Over het Limburgsche huulbeer is gesproken, zie bl. 263.

Vele van deze planten hadden eene hoogte van 20 tot 25 voet, bij een omtrek van 3 tot 4 voet. Met reepen schors in plaats van touwen, met bamboesstengels als daksparren, en het groote blad van den banaan als dak bouwden de Tahitiërs in enkele minuten een uitstekend huis, en maakten van droge bladeren een zacht bed. Toen gingen zij vuur maken om ons avondeten te koken.

Eéns hebben ze het geprobeerd, in de dagen dat er goud werd gezocht, maar altijd lieten zij er hun hoofden achter, die nu naar omlaag grijnzen vanaf de berookte daksparren van de boschhutten. Toen Maoeki een jonge man van zeventien jaren was, kreeg Fanfoa gebrek aan tabak. Hij kreeg vreeselijk gebrek aan tabak. Het was een harde tijd in al zijn dorpen. Hij had een fout begaan.